openbare zedelijke verschijnselen vermeld uit Italië, Frankrijk en Duitschland, en dan een betoog, dat noch het Catholicisme, noch de oude Protestantsche Kerkelijke Orthodoxie, noch de Hegeliaansche Philosophie gunstigen invloed kan hebben op de zedelijkheid der Volken, maar dat zulks alleen te verwachten is van het Christelijk Rationalisme. Ofschoon de Schrijver omtrent dit een en ander veel waars en behartigenswaardigs, en bijzonder over het laatste punt doeltreffends voortbrengt, schijnt hij nogtans in zijn verslag van de openbare zedelijke verschijnselen zijnen kring te beperkt getrokken, en hetgene, dat daar binnen viel, te zeer van eene ongunstige zijde beschouwd te hebben; en alzoo ook in de twee laatste punten van zijn betoog niet genoeg op de latere wijzigingen, zoo wel van het Catholicisme, als van het oud-Kerkelijke Protestantisme, gelet te hebben. Wat hij door Christelijk Rationalisme verstaat, vindt men ook niet duidelijk genoeg aangewezen, hetwelk echter wel noodig schijnt te zijn, want ook daarin zijn verschillende trappen en wijzigingen mogelijk, ja werkelijk aanwezig; en het is voorwaar niet onverschillig, of het historisch gezag der Bijbelsche oorkonden daarbij erkend en verstandig gehandhaafd, dan of het als twijfelachtig en minder noodzakelijk aangezien en ter zijde geschoven worde. - In deze opzigten dus liet het bovenstaande geschrift, dat, hoe klein ook, van herhalingen niet vrij is, bij Rec. nog al iets te wenschen over; maar het ware en goede, dat er in is, wil hij, daar het nu toch vertaald, en door den Vertaler hier en daar met eene aanmerking in denzelfden geest voorzien is, gaarne ter behartiging aanbevelen.