De Vriend der Jeugd, in proza en poëzij. Voor Scholen en Huisgezinnen. Door E. Molema, Onderwijzer te Finsterwold. Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1836. In kl. 8vo. 101 Bl. f :-35.
Schoon de eigenlijke beoordeeling van zulke schoolboekjes minder hier, dan in de Bijdragen voor het Onderwijs, te huis behoort, zeggen wij echter van het onderhavige, ons toegezondene, dat het ons voorkomt zich noch door inhoud, noch door vorm bijzonder ten goede te onderscheiden. ‘Stukken, meer plaatselijk en derhalve minder geschikt voor het algemeen, zal men hier, zoo veel ik weet, niet aantreffen,’ zegt de Schrijver. Hij schijnt dus daartoe niet te rekenen: Mijne drie Kindertjes, Mietje oud 4, Folkert oud 3, en Geessina oud 1 jaar; op mijn 33 verjaardag; vergeet mij niet (het laatste zangstukje aan het bord in de school te Nieuwe Beerta, bij des Schrijvers vertrek van daar.) Onzes inziens hadde de Onderwijzer molema dit boekje gerust kunnen achterhouden. Alleen als herinnering voor de jeugd van Nieuwe Beerta aan dezen haren vorigen Onderwijzer heeft het eenige waarde; ofschoon dan de titel: in rijm en onrijm, beter ware geweest, dan: in proza en poëzij.