Het ongeluk des Rijken en het geluk des Armen, enz. Naar Casimir Bonjour en J.N. Bouilly. Te Rotterdam, bij A. Wijnands. 1836. In gr. 8vo. 207 Bl. f 2-10.
Het eerste en verreweg uitvoerigste der twee in dit bundeltje opgenomene verhalen wordt op den titel aangeduid. Het moet het geluk voorstellen van hem, die uit den staat van behoefte zich tot rijkdom en aanzien verheft, boven hem, die, in rijkdom geboren, deszelfs genietingen niet op waren prijs weet te stellen, voor dezelve door gewoonte onverschillig is, en zelfs het ware genot des levens in menig opzigt nooit leert kennen, het onachtzaam voorbijgaat, of er geen gevoel voor heeft. Dit verhaal bevat vele nuttige wenken, en onderscheidt zich, even als het volgende, door zedelijke strekking gunstig van de meeste voortbrengselen der nieuwste Fransche school. Het tweede draagt ten opschrift: de vrijwillige standverwisseling, of de huwelijkskeuze, en is de - zeer onwaarschijnlijke - geschiedenis van eene jonge, schatrijke en aanzienlijke bankiersweduwe, te Parijs in hoogen kring levende, die alle hare rijkdommen veinsde te hebben verloren, ten einde om haars zelfs wil bemind te worden, en eenen echtgenoot te vinden, die haar niet nam - zoo als onze voorouders zeiden - om geld of goed, maar om haar deugd en rein gemoed. Dien vond zij, van muzijklessen heetende te leven, dan ook in eenen jongen beeldhouwer, den eenigen, die van hare vroegere bewonderaars haar