Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijSternes Sentimenteele Reis door Frankrijk en Italie. Op nieuw uit het Engelsch vertaald door....... Te Amsterdam, bij Nayler en Co. 1837. In kl. 8vo. VIII en 187 Bl. f 1-50.Ieder weet, dat geheel Europa reeds in de vorige Eeuw aan sterne den eersten rang onder de schertsende, gelijk aan claudius onder de ernstige luimige Schrijvers heeft toegekend. Wij verstaan daardoor niet, dat sterne altijd schertsend, zoo min als dat claudius gedurig ernstig zij; - dit zou een grof misverstand zijn: want het is aan den luimigen schrijftrant eigen, (en daarom wordt hij zoo dikwerf misverstaan en is zoo moeijelijk) dat hij den lezer zoo wel tranen uit de oogen persen, als hartelijk moet kunnen doen lagchen. En dat sterne beide vermogt, is onbetwistbaar. Wij spreken slechts van den heerschenden geest zijner werken; en dan zal men toch zekerlijk Tristram Shandy en de sentimentele Reis over 't geheel meer tot scherts, en zelfs tot dartelheid, zien overhellen, dan den Wandsbecker Bode, die van het laatste geheel vrij en rein is. Doch, hoe dit zij, beide eerstgenoemde voortbrengsels werden on- | |
[pagina 35]
| |
der de klassieke boeken der Europische letterkunde gerekend en in alle talen overgezet. Ook in de onze? Tristram Shandy niet. Nu, dat was misschien een geluk; want hoe zou er dat toen uitgezien hebben! De sentimentele Reis wel; maar o, hoe viel dat af bij het Engelsch! - Men moet weten, dat in de tweede helft, even over het midden der achttiende Eeuw er eene vertaalschool was, die de Engelsche werken van smaak op de jammerlijkste wijze in het Nederlandsch overbragt. Daaraan hebben wij overzettingen te danken van hume's History of England, van fielding's en richardson's meesterwerken, van goldsmith's Vicar of Wakefield, die onze Natie werkelijk schande aandeden. Om slechts een of twee voorbeelden te geven: mechanical werd in hume altijd door tuigwerkelijk vertaald, en Lovelace, de verfoeijelijke, kwam er altijd voor onder den naam van den guitGa naar voetnoot(*). Nu neme men het hedendaagsche en waarschijnlijk ook toenmalige denkbeeld, waarin guit voorkomt, en vergelijke dat met de diepe, overlegde, beredeneerde boosheid des verleiders! Wij zouden meer en oneindig belangrijker voorbeelden kunnen bijbrengen; doch waarom zoo lang bij het slechte vertoefd, wanneer het goede voor ons ligt? Slechts met een woord gewaagden wij van het eerste, om de noodzakelijkheid eener nieuwe vertaling van sterne te doen opmerken. Want ook sterne, de losheid, de ongedwongenheid zelve, moest in het harnas dier stijve, loodzware vertalingen worden geperst, wier fabrikeurs, in weerwil van van effen's voorbeeld, nog geen denkbeeld hadden van een' bevalligen en vooral niet van een' luimigen stijl. Het werd dus tijd, hoog tijd, dat wij van dit kleine, maar door de algemeene stem der beschaafde wereld zoo hoog gestelde voortbrengsel eene betere overzetting bekwamen. En wij zien die hier voor ons. De Vertaler heeft de verbazend moeijelijke taak vervuld (gelijk ons door vergelijking met het oorspronkelijke gebleken is) | |
[pagina 36]
| |
van meestal bijkans woordelijke getrouwheid met losheid van stijl en eene echt Hollandsche kleur te verbinden, die ons niet doet gevoelen, dat wij eene vertaling lezen. Hij heeft zich daartoe natuurlijk zekere vrijheden moeten veroorloven, die door onze overdeftige en kieschkeurige taalkenners en taalwetgevers misschien met hoofdschudden zullen worden opgemerkt; het gebruik namelijk, in ruimen overvloed zelfs, van vreemde woorden, en hier en daar ook van eene uitdrukking, die in hoogfatsoenlijke gezelschappen zou gewraakt worden, (zoo als eene enkele maal in wat donder voor the deuce) en over 't geheel kan deze overzetting als een Model worden aangehaald. Onze lezers zullen dit mogelijk niet op ons woord gelooven, en wij zijn dus verpligt daarvan eene enkele proeve te leveren; eene enkele, en wel eene korte, omdat wij hier noodzakelijk den Engelschen tekst ter vergelijking bij moeten plaatsen. Wel nu, het zij dan het Fragment over Abdera, hetwelk tevens zoo wèl de verliefde geaardheid van sterne kenschetst. | |
A Fragment.The town of Abdera, notwithstanding Democritus lived there, trying all the powers of irony and laughter to reclaim it, was the vilest and most profligate town in all Thracia. What for poisons, conspiracies and assassinations, libels, pasquinades and tumults; there was no going there by day, - 't was worse by night. Now, when things were at the worst, it came to pass, that the Andromeda of Euripides being represented at Abdera, the whole orchestra was delighted with it: but of all the passages which delighted them, nothing operated more upon their imaginations, than the tender strokes of nature, which the poët had wrought up in that pathetic speech of Perseus: O Cupid! prince of Gods and men! Every man almost spoke pure jambics the next day and talked of nothing but Perseus pathetic address: O Cupid! prince of Gods and men! in every street of Abdera, in every house - O Cupid! Cupid! - In every mouth, like the natural notes of some sweet melody which drops from it, whether it will or no - nothing but: Cupid! Cupid! prince of Gods and men! The fire caught - and the whole city, like the heart of one man, opened itself to love. No pharmacopolist could sell one grain of hellebore - not a single armourer had a heart to forge one instrument of death - Friend- | |
[pagina 37]
| |
ship and Virtue met together and kissed each other in the street - the golden age returned, and hung over the town of Abdera - every Abderite took his oaten pipe, and every Abderitish woman left her purple web, and chastely sat her down and listened to the song. 'T was only in the power, says the Fragment, of the God, whose empire extendeth from heaven to earth, and even to the depths of the sea, to have done this. | |
‘Een Fragment.De stad Abdera was, in weerwil van de krachtige ironie en scherts van Democritus, die deze stad bewoonde, en zijne medeburgers poogde te genezen, de verachtelijkste en ligtzinnigste stad van gansch Thracie. Tegen vergiftigingen, zamenzweringen en moorden, schotschriften, hekeldichten en oploopen was men over dag niet veilig - bij nacht was het nog erger. Nu gebeurde het, dat, toen de zaken op het ergst waren, de Andromeda van Euripides gespeeld werd, tot groot genoegen der gansche orchestra; maar van al de tirades, die hen verrukt hadden, had niets zoo zeer op hunne verbeelding gewerkt als de aandoenlijke uitroep der natuur, dien de dichter in de hoog opgewonden rede van Perseus ingeweven had: O Cupido, heer der Goden en der menschen! Bijna iedereen sprak den volgenden dag in zuivere jamben en had niets in den mond dan het aandoenlijk gebed van Perseus: O Cupido, heer der Goden en der menschen - op alle straten van Abdera - in ieder huis - O Cupido, Cupido! op alle tongen, even als de natuurlijke toonen van de eene of andere liefelijke melodie, die onwillekeurig voortvloeit - niets anders dan Cupido, Cupido, heer der Goden en der menschen! Het vuur kreeg voedsel, en de gansche stad, als het hart van één man, opende zich voor de liefde. Geen apotheker kon een enkel grein helleborum verkoopen - geen zwaardverger had moed om een moordtuig te smeden - vriendschap en deugd gaven elkander de hand en kusten zich op straat - de gouden eeuw keerde terug en zweefde over de stad Abdera - ieder Abderiet nam zijne rieten fluit en iedere Abderietin verliet haar purperen weefsel en zette zich kuisch ter neder om naar het lied te luisteren. De God, zegt het fragment, wiens rijk zich van den he- | |
[pagina 38]
| |
mel tot aan de aarde en zelfs tot in de diepte der zee uitstrekt, was alleen in staat om zoo iets te bewerken.’ Dat is vertalen, niet slaafsch letterlijk, en dus doodelijk voor alle kracht en fijnheid van vernuft, maar toch zoo woordelijk, als eene goede vertaling het slechts immer toelaat. Hoe goed - schoon niet met hetzelfde werkwoord - is niet reclaim door genezen uitgedrukt! Het woord passages wordt door het, wel is waar uitheemsche, woord tirades, dat echter hier nadrukkelijker is dan plaatsen, wedergegeven. Strokes of nature komt ons zelfs in het Engelsch niet zoo juist voor de uitgedrukte zaak voor, als: uitroep der natuur. Daarentegen zouden wij, onder verbetering, voor: the fire caught, liever zetten: de vonk vatte vlam, dan: het vuur kreeg voedsel. Zweefde, voor hung, is mede eene hoogst gelukkige uitdrukking. En wij hebben hier toch slechts, zonder te zoeken, op goed geluk af eene plaats uit vele genomen. Men kan dus zeggen, dat de vertaling van sterne's sentimentele Reis volkomen gelukt is. Zelfs heeft de Vertaler hier en daar den tekst verbeterd. B.v. bl. 23: ‘Ik stond op het punt van te vragen (had dezelfde bon ton van den omgang het veroorloofd, als in de dagen van Nehemia) Wat deert u? en waarom is uw aangezigte treurig?’ Men vindt bij sterne, voor Nehemia, in the days of Esdras; doch de Predikant vergist zich, en de leek (want alles zou ons bedriegen, indien de Vertaler een Geestelijke was) zet daarvoor te regt Nehemia; want het is eene vraag des Konings van Perzië aan dezen zijnen vertrouwden schenker en hoveling. Het zal echter ook, eensdeels om te bewijzen, dat wij dit boekje, als een belangrijk voortbrengsel in onze, aan goede prozawerken niet overrijke, Letterkunde, met aandacht gelezen hebben, anderdeels om onze onzijdigheid te doen blijken, niet onnut en, zoo wij vermoeden, den kundigen Vertaler zelv' niet onaangenaam zijn, dat wij eenige aanmerkingen, door ons onder het lezen gemaakt, niet terughouden. De eene betreft de Fransche woorden. Het is waar, en wij hebben zulks gereedelijk toegestemd, dat het pedanterie en overdreven purismus zou zijn, in een boekje van dezen aard, alle of zelfs de meeste Fransche uitdrukkingen in deftig Hollandsch, op het voetspoor van hooft, te willen wedergeven; maar men kan toch ook tot het andere uiterste | |
[pagina 39]
| |
overslaan, en dit, vreezen wij, is hier en daar geschied. Waarom moet bidet, dat eenvoudig postpaard beteekent, dien Franschen naam behouden? Wij zien daarvoor ook geene reden bij sterne. De Anglicismus: fille de chambre (chambermaid) wordt zelfs getrouwelijk overgenomen, waar men toch zeer gevoegelijk met ons kamenier of kameniertje had kunnen volstaan. Zelfs waar het Fransch spreken onwaarschijnlijk is, (b.v. in eene halve alleenspraak des Engelschen Schrijvers, die dan toch wel in de moedertaal zal gehouden zijn) lezen wij getrouwelijk, even als in het origineel: le Diable l'emporte! (Bl. 67.) Doch wij willen hierop niet verder aandringen, daar het zeer mogelijk eene zucht tot gemoedelijke en naauwgezette getrouwheid is, waar het zouder schade der moedertaal kon geschieden. Ook is het waar, dat, wie sterne wil lezen, Fransch dient te kennen. Maar wij hebben nog enkele kleine onnaauwkeurigheden gevonden. Het komt ons voor, dat benefit of the Clergy, (zie de Noot op bl. 12) te regt door voorregt der Geestelijkheid vertaald, geenszins, gelijk die Noot schijnt aan te duiden, op het volgende delinquents alleen slaat, maar (gelijk de koppelwoorden either - or te kennen geven) ook op het daarna volgende young gentlemen, jonge lieden van aanzien, die door de Engelsche Hoogescholen, welke geheel onder beheer der Geestelijkheid van de heerschende kerk staan, met Gouverneurs (tutors) worden verzorgd, somtijds nietige wezens, maar door den in Engeland niet minder dan in Holland alvermogenden kruiwagen voortgeholpen, en die hunne pupillen wel eens tot martelaars kunnen maken. - Van de Désobligeante (zeker rijtuig) wordt in de vertaling gezegd (bl. 17), dat het tweemaal op den berg Cenis in stukken gevallen was. Er staat in het Engelsch: that it had been twice taken to pieces on Mount Cenis. Men kan dien berg niet geheel met rijtuig oversteken; aan de eene zijde moet hetzelve uit elkander genomen, en op de andere weder ineengezet worden; de reizigers, zelfs vrouwen, moeten muilezels bezigen: zoo was het ten minste zekerlijk nog ten tijde van sterne. Het is dus uiteengenomen. - Bl. 33. Een Fransch Kapitein vertelt, dat Brussel vol noblesse was, toen de Franschen verdreven werden. Aan zulk een noodlottig tijdstip zal wel niemand minder herinneren, dan een Franschman. Er staat in het Engelsch: when the Imperialists were driven out by the French. | |
[pagina 40]
| |
Dit was in den winter van 1746, toen bijna een geheel Hollandsch leger, hetwelk die voor ons altijd noodlottige stad voor Oostenrijk moest helpen verdedigen, werd gevangen genomen door den Maarschalk van Saksen. Wij denken, dat hier door eene drukfout iets is uitgevallen, als: (Oostenrijkers door) de Franschen. - Op bl. 57 staat Franconie, een bij ons ongebruikelijk woord, voor Frankenland, een der vroegere tien kreitsen des Duitschen Rijks. - In weerwil dezer weinige vlekjes, wenschten wij wel van dezelfde hand vertalingen van meer andere luimige Schrijvers te bezitten. Mogt hij eens aan een der goede werken van jean paul denken! Voorts is de Vertaler gansch niet mild geweest met zijne aanteekeningen, die hier en daar ter opheldering niet overtollig zouden geweest zijn; maar hij heeft aan den anderen kant eenige weinige Noten gegeven, die voor het Publiek zoo duister als raadsels zijn. B.v. bl. 55: ‘Doublets beteekent gelijke oogen op de dobbelsteenen, ook een vest, een broek, enz. Dobbelsteenen nu worden op de tafel gesmeten, en een broek, in een enkel geval, des nachts uit het venster. De vraag blijft slechts, wie diable roept, hij die den broek uit het venster gooit, of de andere, die zijn broek achterna loopen moet - denkelijk beide.’ - Bl. 16, Noot op het gezegde van sterne, dat er geen land bestaat, waar de kunsten beter aangemoedigd worden dan in Engeland: ‘Gelukkig voor sterne in zijnen tijd! De tegenwoordige Engelschen zullen hier iets op afdingen en dan zal een Mijnheer uit Utrecht voor de opinie van sterne in de bres springen: warm, als of hij een Engelschman was.’ De Voorrede is echt luimig. De streepjes van sterne (een wansmaak, waarvoor geene verschooning is) worden aardig gepersiffleerd. De Overzetter hoopt niet, dat er een streep door zijne kopij zal loopen. Alles toont ons in hem een' man van geest, vernuft, en die de luim verstaat. Wij spreken natuurlijk alleen van de vertaling, zonder de zedelijke strekking van eenige plaatsen des origineels te beoordeelen. Trouwens, dit ware ook noodeloos, daar het boekje in geheel Europa bekend is.Ga naar voetnoot(*) |
|