Geregtigheidsbegrip in Griekenland.
Een Mainoot (de Mainoten worden voor de afstammelingen der oude Spartanen gehouden; ten minste zij bewonen Laconië, en hebben veel van den moed en de volharding der vroegere landzaten behouden) was voor den regter geroepen, wijl hij in zijne provincie eenen man om hals gebragt had. Zonder aarzelen erkende hij de daad, en zeide, dat hij ze alleen daarom verrigt had, wijl de gedoode een' zijner bloedverwanten van het leven had beroofd, en wijl, door den dood van dien bloedverwant, zijn stam nu tot 35 hoofden verminderd was, terwijl de vijandelijke stam van den gesneuvelde er 36 geteld had. Hij had geene andere reden gehad om dien man te dooden, dan alleen opdat het getal der wederzijdsche stamgenooten weder gelijk mogt worden.
Herinnert dit niet aan de bewoners van zeker dorp in Schotland, die eenen moordenaar daarom niet wilden laten ophangen, omdat hij de eenige smid in de nabuurschap was, doch daarentegen aanboden eenen kleêrmaker te laten hangen, omdat er drie in het dorp woonden?