Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1837
(1837)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 684]
| |
Eene kleine bijdrage tot het reeds geleverde aangaande sir Walter Scott.Kort nadat ik, in No. VII, IX en X van de Vaderlandsche Lettereefeningen voor het loopende jaar 1837, met belangstelling gelezen had, wat de beroemde Engelsche Schrijver Sir walter scott van zijnen eigen' kinderlijken leeftijd opgeteekend heeft, vond ik in zeker werkje van Sir bazil hall, betiteld Schloss Hainfeld,Ga naar voetnoot(*) (in het Fransch vertaald door den Heer j. cohen) nog iets aangaande den grooten Romanschrijver, hetwelk ik meende een aangenaam toevoegsel tot het reeds medegedeelde te zullen zijn; te meer omdat het den brandenden ijver van den jeugdigen Schrijver of Dichter voor al wat de Letteren betreft doet kennen. - Ziet hier het bedoelde. Omtrent het jaar 1793 drong het vreemdsoortige dichtstuk, de Leonore van burger, in Schotland door, en eene proza-vertaling van hetzelve werd gelezen ten huize van den beroemden dugald steward, in tegenwoordigheid van Miss cranstown, eene welonderwezene Dame, die eene groote vriendin was van walter scott. Zoodra de gelegenheid zich daartoe voordeed, beschreef gemelde Dame het zonderlinge werk aan den jeugdigen Dichter. Zijne levendige verbeeldingskracht geraakte in vuur door de menigte onzamenhangende beelden en de verrassende omstandigheden, welke in het genoemde dichtstuk voorkomen, en hij rustte niet, eer hij, met behulp van Grammatica en woordenboek, zoo ver gekomen was, dat hij het in het oorspronkelijke kon bestuderen. Aangemoedigd door zijne vriendin, en geene moeite ontziende, gelukte het Sir walter na verloop van eenige weken, den zin wél te verstaan, en zelfs eene berijmde vertaling van het dichtstuk te vervaardigen. Op zekeren morgen te half zeven ure werd Miss cranstown door hare kamenier gewekt, met de boodschap, dat de Heer scott op haar wachtte en haar terstond verlangde te spreken. Vol nieuwsgierigheid naar de reden van dit zoo vroegtijdig bezoek, stond Miss cranstown haastig op, kleedde zich een weinig aan, en ging naar beneden. Daar vond zij Sir walter met zijn geschreven opstel in de | |
[pagina 685]
| |
hand, die haar dringend verlof verzocht, het haar voor te lezen. Zij aarzelde niet, een tostemmend antwoord te geven, en luisterde met de grootste aandacht en belangstelling. Hoe verheugd was de Dichter, toen hij door zijne vriendin zijn werk hoorde prijzen! Gewillig stemde hij in haar verzoek, om het Manuscript eenige dagen te mogen houden, ten einde het nog eens oplettend te doorlezen. Hij wilde het haar laten tot dat hij terug zou zijn van een' uitstap, dien hij ging doen, naar het buitenverblijf, waar zich op dien tijd de jonge Dame bevond, aan welke hij het hof maakte. Zoodra walter scott vertrokken was, haastte Miss cranstown zich, een plan ten uitvoer te brengen, dat in haar opgekomen was, terwijl de Dichter vol geestdrift haar zijn werk voorlas. Zij liet, namelijk, de vertaling van Leonore drukken; doch de oplage moest van weinige exemplaren zijn, en een derzelven van zeer fraai papier en op het pracht- en smaakvolst ingebonden. Binnen ettelijke dagen zag zij aan haar verlangen voldaan. Nu werd het fraaije exemplaar netjes ingepakt en aan Sir walter gezonden. Hij ontving het, terwijl al zijne toenmalige huisgenooten met hem zamen vergaderd waren; een ieder was verlangend te weten, wat het pakket behelsde; maar niemand was meer verbaasd dan scott zelf, toen hij voor het eerst iets van zijn werk in druk onder de oogen kreeg. Die verbazing te ontveinzen, en een geheim van de zaak te maken, zou onmogelijk zijn geweest. De Dichter werd dan ook gedrongen, het gezelschap met zijne Leonore, die nog niemand ooit had hooren noemen, bekend te maken, en nieuwe loftuitingen waren het welverdiende loon, dat hij ontving. Aangenaam zou het ons zijn, hierbij te kunnen voegen, dat 's jongelings erkende bekwaamheden hem de gunst van het meisje, dat hij beminde, hadden doen verwerven; dan dit is het geval niet geweest; zij bleef ongevoelig genoeg voor zijne verdiensten, om hem hare hand te weigeren. Intusschen werd door hetgeen wij verhaald hebben de band der vriendschap tusschen Sir walter en Miss cranstown nog mauwer toegehaald. Het schijnt, dat hij aan haar de ontwikkeling zijner geestvermogens en de verfijning van zijnen snaak grootelijks verschuldigd is. Na haar huwelijk met den Duitschen Graaf purgstall, die het Slot Hainfeld in Neder-Stiermarken bewoonde, heeft zij Grootbrittanje | |
[pagina 686]
| |
voor altijd veriaten, doch is nog vele jaren in briefwisseling gebleven met walter scott. |
|