Elk zijne equipage.
Zaagt gij dat vreemd gespan, in 't blank gareel geslagen,
Dat knabbelt op 't gebit en schuimt van fieren moed?...
'k Was zoo gelukkig niet. Maar, gun mij u te vragen:
Is 't van Arabisch, Turksch, of Fransch of Engelsch bloed?
Niets van dit alles, vriend! 't Zijn - met verlof - 't zijn vlooijen!
Gij lacht; maar, wil zoo ver die vinding niet vergooijen:
Bedenk, dat thans elk burgerman
Zijne equipage houden kan!
Eene stootende misstelling haast zich de Redactie, op verzoek des Auteurs, aan te wijzen. In de Noot onder de eerste bladzijde van het Iets ter Vereering van westerbaen staat: van alle welke Maatschappijen de Steller Hoofdbestuurder of Honorair Lid was. In plaats van de Steller moet natuurlijk gelezen worden: de Overledene (Ds. westerbaen.)
No. VI. Mengelw. bl. 297. reg. 4. leze men: bl. 253.
- - bl. 300. reg. 13: Lyceum.
- - bl. 301. reg. 19: Mnemoniek.
- - bl. 328. reg. 14: in haren omtrek.
No. VII. bl. 353. in de noot: De uitgang in uir.
- - bl. 362. reg. 11 v.o.: dan.
No. VIII. bl. 410. reg. 10 v.o.: Schotsche.
No. IX. bl. 462. reg. 16 v.o.: organen houden.
- - ald. reg. 9 v.o.: de organen.
- - bl. 465. reg. 10: den anderen.
- - bl. 470. reg. 14 v.o.: men niemand vinden.
- - bl. 480. reg. 14 v.o.: nog.