De Britsche matroos.
Het Engelsche schip, de Brunswijk, had aan den voorsteven eene figuur, die den Hertog, wiens naam het voerde, moest verbeelden. Hij stond daar met de hand aan den degen, en een' met goud geboorden punthoed op het hoofd. Te midden van een heet gevecht werd de hoed weggeschoten. Het scheepsvolk vond het ongepast, dat zijn doorluchtige patroon den vijand met ongedekten hoofde bestreed, en zond in allerijl eene bezending naar den Kapitein, john harvey, met verzoek, dat het hem mogt behagen, zijnen bediende te bevelen, den afgevaardigden zijnen eigenen, met gouden tressen voorzienen hoed ter hand te stellen. De Kapitein leende op staanden voet gehoor aan dit verzoek; de hoed werd de figuur op het hoofd gespijkerd, en bleef daar tot den afloop des met roemrijke zege bekroonden gevechts.