Het toppunt van zedenverbastering en zedelijk zelfbedrog.
Wanneer de Dames de Maison te Parijs (hier te lande, nog min gewoon de ondeugd te bemantelen, noemt men galanterie ontucht, en de bedoelde Dames H....waardinnen) iets te verzoeken hebben van de Policie, de oprigting b.v. van zulk een Huis der Schande, in welke andere dan in een Fransch brein en eene Fransche ziel zou het kunnen opkomen, soortgelijke verzoeken dus in te kleeden, als in de navolgende curieuse stalen, door eenen Franschman getrokken uit de Registers der Prefectuur van Policle te Parijs?
‘Mijnheer de Prefect! Mejufvrouw D... heeft de eer u te berigten, dat, ofschoon het ongeluk gewild heeft, dat zij een deel uitmaakt der meisjes van pleizier, zij echter altijd een leven geleid heeft, vrij van de geringste blaam; hetwelk haar doet vertrouwen, dat’ enz.
‘Mijnheer de Prefect! Na eene lange reeks van tegenspoeden, bevind ik mij in de noodzakelijkheid, een beroep te omhelzen, hetwelk mijn hart verwerpt. Gelief omtrent mij bij den broodbakker D., den kruidenier P., den vleeschhouwer L., de fruitverkoopster M. navraag te doen; allen zullen zij u zeggen, dat ge mij veilig kunt toestaan hetgeen ik van u verzoek, en dat ik bemind, geacht en met onderscheiding bejegend worde door allen, die mij kennen.’
‘Mijnheer de Prefect! Behebt met eene dubbele breuk, onbekwaam tot eenigen arbeid, is het geenszins ongeregelde hartstogt, die mij op uwe Registers heeft doen inschrijven; de getuigenis van mijne gansche wijk zal u kenbaar maken, dat ik de vernedering van mijn beroep heb uitgewischt door goede zeden en welvoegelijkheid.’
‘Mijnheer de Prefect! Sinds zeven jaren eene galante vrouw, heb ik mij steeds gedragen met welvoegelijkheid, eere en eerlijkheid. Ik neem diensvolgens de vrijheid,’ enz.
‘Mijnheer de Prefect! Belast met eenen vader en eene moeder, beide gebrekkig, verlang ik een eerlijk beroep uit te oefenen, om in derzelver behoeften te kunnen voorzien. 't Is u bekend, dat kinderen verpligt zijn, hen, die hun het leven gaven, te ondersteunen in hunnen ouderdom, en hun dezelfde zorgen toe te wijden, welke zij aan ons in de