De redacteur der Vaderlandsche letteroefeningen aan zijne lezers.
Voor de Lezers der Vaderlandsche Letteroefeningen, die kennis mogten hebben genomen van zekere Voorrede, geplaatst voor het Maandwerk de Gids, sta hier het eenvoudig verzoek, om het opstel in mijn Tijdschrift, (maand September) waartegen die Voorrede is gerigt, nogmaals onpartijdig, en met liefde voor Waarheid, Regtvaardigheid en wezenlijke Beschaafdheid, te vergelijken met het woord, dat in het laatstverschenen Nommer der Letteroefeningen, ter opening van dit jaar, gevonden wordt. Op het oordeel van zulke Lezers over de waarde en den geest van mijn Tijdschrift (en ik stel mij onder mijn Publiek geene andere voor) verlaat ik mij volkomen.
De Redacteur der Vaderlandsche Letteroefeningen.
j.w. ijntema.
Meng. No. I, bl. 2. reg. 5 v.o. moet zijn: kindschheid.
- - - bl. 9. reg. 14: Zietdaar.
- - - bl. 9. reg. 9 v.o.: zou het vreemd zijn.
- - - bl. 9. reg. 5 v.o.: eenen Stedehouder.
- - - bl. 9. reg. 4 v.o.: boven de Engelen.
- - - bl. 17. reg. 14: der bloedvlek.
- - - bl. 21. reg. 13: ruimte bewegen.
- - - bl. 24. reg. 17: bekleedt hij bij alle de Dichters.
- - - bl. 25. reg. 15: De.
- - - bl. 25. reg 25: gelukkiger is dat lot.
- - - bl. 26. reg. 16: onderwijs.
- - - bl. 30. reg. 10: gedrongen.
- - - bl. 34. reg. 6 v.o.: is onze God!
- - - bl. 39. reg. 17: scharen.
- - - bl. 39. reg. 11 v.o.: preekte.
- - - bl. 39. reg. 7 v.o.: poëtisch proza.
- - - bl. 41. reg. 16 v.o.: gesterkt.