hebben; beroemde mannen, hufeland, unzer, sinclair en anderen, hebben dit onderwerp met roem voor zichzelven, tot groot nut van anderen behandeld, elk van het standpunt, waarop hij zich geplaatst had. Philipp carl hartmann, een wijsgeerig Arts, die zich voordeelig bekend gemaakt heeft als schrijver van geneeskundige werken en van zulke, die eene meer wijsgeerige strekking hebben, rangschikt zich onder de Artsen, die meer hebben willen doen, dan alleen ziekten genezen. Hij heeft deze taak ook op eene loffelijke wijze en uit een hem meer bijzonder eigen oogpunt volbragt. Getuige hiervan de Voorrede. De kunst, die hartmann wil leeren, zal niet daarin bestaan, dat elk, die dit boek leest, daardoor in de gelegenheid zal gesteid worden, om zijn eigen Arts te wezen, of zulks voor anderen te kunnen zijn: zulke gevaarlijke misgrepen, en die tot kwakzalverij aanleiding geven, zal hij niet in de hand werken. Of het hem echter gelukken zal, den mensch van alle theorie der Geneeskunde onafhankelijk te maken, en hem een' leiddraad te geven, die, bij alle wisseling der Geneeskunde, altijd gelijk waar en zeker door de gevaren des levens heenleidt, dit is eene andere vraag. Wij zouden haar, na de lezing van dit boek, niet gaarne bevestigend beantwoorden. Zulk een denkbeeld was echter voor den Schrijver te aanlokkelijk, dan dat hij zich van hetzelve heeft kunnen ontdoen. Hem heeft een ideaal voor den geest gezweefd; maar het is moeijelijk, idealen te verwezenlijken. Hij zelf erkent, een stout werk ondernomen te hebben; hij hoopt echter in elk geval, dat de lezers zijne bladen niet onbevredigd uit de handen zullen leggen. En dat zullen zij dan ook niet. Het werk is onderhoudend geschreven; het leert niet slechts, hoe men de gezondheid behouden en het leven verlengen kan; het streeft hooger, - het wil den mensch leeren, hoe hij met alle zijne krachten werken zal, om zijne menschelijke spheer aan te vullen, en dit
doel tracht de Schrijver langs den eenvoudigsten weg, dien der Natuur, te bereiken. Deze goede eigenschappen van het werk worden ondersteund door een' netten druk en zindelijke uitvoering, waardoor het boekje een bevallig voorkomen heeft verkregen. De vertaling laat hier en daar nog wel iets te wenschen over. Als een voorbeeld, bl. 53, veetucht voor veeteelt (Viehzucht) enz. enz. Ook zoude men nopens den inhoud van het werk zelf in het algemeen kunnen aanmerken, dat het te zeer tot de bevoor-