Rec., die, zoo als uit het gezegde blijkt, zich over eene tamelijke bekendheid met Robinson verblijden mag, zette zich ook tot de lezing van dezen Zwitserschen, en wil gaarne met alle bescheidenheid zijn oordeel daarover aan het Publiek mededeelen.
Men heeft hier het dagboek van eenen Zwitserschen Predikant, die met zijne vrouw en vier kinderen naar een ander werelddeel trok, en, na schipbreuk geleden te hebben, alléén met zijn gezin in een vreemd en onbekend gewest aanlandde, waar zij, gedeeltelijk door hetgeen zij van het schip dadelijk medenamen en achtervolgens van daar haalden, en gedeeltelijk door hetgeen de vruchtbare grond hun opleverde, het leven onderhielden. Het dagboek beslaat een jaar tijds, en is in vele opzigten belangrijk. Om de kennis der natuurlijke historie bij jonge lieden op eene onderhoudende wijze te bevorderen, om hun de gronden van natuur- en werktuigkunde te leeren, is het allezins geschikt. Ook wordt geene gelegenheid verzuimd, om op het zedelijk en godsdienstig gevoel te werken; en waarlijk treffend is, wat in het Iste Deel, bl. 234, bij gelegenheid van het Bijbellezen op den eersten Zondag van hun verblijf in het vreemde land, gezegd wordt.
De uitvoering verdient lof; doch bij eenen volgenden druk, dien het werkje wel waardig is, hopen wij, dat de drukfouten verbeterd en de Germanismen geweerd zullen worden. Overigens onthouden wij ons van aanmerkingen, die te maken zouden zijn, maar door de waarlijk nuttige en zedelijke strekking van het werkje rijkelijk worden opgewogen.