Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1837
(1837)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 670]
| |
‘Spanje,’ merkt de Vertaler van dit boek, in zijn kort Voorberigt, te regt aan, ‘is het land, waarop zich in deze dagen aller aandacht vestigt; want het lot van meer dan éénen Staat van Europa hangt misschien van dat af, hetwelk dien, door verdeeldheden verscheurden grond treffen zal.’ - Ja, het schoone, door moeder Natuur met hare beste gaven zoo ruim bedeelde, maar tevens thans zoo diep ongelukkige Spanje boezemt algemeen belang en medelijden in; en een boek, dat ons de Spaansche natie in haren tegenwoordigen handel en wandel, gelijk men zegt, leert kennen, dat ons de driften en woelingen der staatkundige partijen levendig voor oogen stelt, en al de ijselijkheden en gruwelen van den burgeroorlog met echte, hoezeer dan ook verschrikkelijke, kleuren afschetst, kan niet missen zijne lezers te vinden. Zulk een boek is het door ons hier aangekondigde. Men bevindt zich, hetzelve lezende, in Madrid, in de Tertulia's der groote wereld, in de paleizen der Grandes, onder de lagere standen, onder de Christino's, onder de Carlisten, in het Escurial, in het Prado, op de Plaza Mayor; terwijl de verscheidenheid van tooneelen, welke de lezer op die plaatsen en onder al die veelsoortige menschen, als ware het, bijwoont, zijne belangstelling meer en meer doet toenemen, maar hem tevens met afkeer van een volk vervult, hetwelk zoo zinneloos in zijne eigene ingewanden wroet en zijn heerlijk land in een akelig moordhol verandert. Waarom echter de oorspronkelijke Schrijver zijn boek Manuella, or the Executioner's Daughter, a Story of Madrid, betiteld hebbe, begrijpen wij niet regt; want de geschiedenis van deze Manuella maakt slechts een klein gedeelte van het geheel uit: immers begint zij eigenlijk eerst bijna op de helft van het tweede deel, nadat, ja, op het einde van het eerste deel, ter loops van dat ongelukkige meisje gewaagd is. De Vertaler heeft derhalve, onzes oordeels, zeer wèl gedaan, met er eenen tweeden titel: Geschiedkundige Tafereelen enz., bij te voegen. Tafereelen toch zijn het, wel niet geheel losse, maar ook niet naauw en onafscheidelijk zamenhangende, zoodat het boek even goed Herbert de Clifford, Merced de Valmarino, Alice Downie - alle personen, die niet minder belangrijke, ja zelfs veel meer doorloopende rollen, dan Manuella, spelen, zou kunnen geheeten hebben. - Intusschen toont de Auteur in alle opzigten met Spanje en de Spanjaarden zeer goed bekend te zijn. Zijn politiek | |
[pagina 671]
| |
geloof schijnt Carlistisch te wezen, en als Engelschman is hij niet van vooringenomenheid met zijne landgenooten te beschuldigen. Zoo zegt hij, onder anderen, (Iste D. bl. 78): ‘Daarenboven werkte de belangstelling mede, die welopgevoede vreemdelingen gewoonlijk voor de Britten koesteren, en de clifford, geheel vrij van den terugstootenden trots en de koude achterhoudendheid, zoo eigen aan zijne landgenooten, werd ligtelijk overgehaald’ enz. - Wat hij van de kroon van louis philippe zegt, (Iste D. bl. 15) dat die, namelijk, waggelt, zal hij nu toch wel niet willen volhouden. Ook was - wat hij (Iste D. bl. 16) beweert - karel IX geenszins de bewerker van den Bartelsnacht, maar wel degelijk katharina de medicis, en karel slechts het werktuig in hare handen. De vertaling, en ook de correctie, kon beter zijn. - Op iemand stooten, voor: iemand ontmoeten, (Iste D. bl. 13) is een Germanisme, welke wij in eene vertaling uit het Engelsch niet verwacht hadden. Grieven beginnen (ibid. bl. 40) zegt men niet, ten ware men er nog een werkwoord, bij voorbeeld opperen, inbrengen, bijvoege. Doordachte achteloosheid (ibid. bl. 67) zal wel opzettelijke, voorbedachtelijke achteloosheid moeten zijn. Ibid. bl. 33 leest men: ten opzigte van fatsoenlijke zamenspanningen ging hem de faam voor. Even als hadde de faam reeds vóór hem fatsoenlijk zamengespannen! Ibid. bl. 71 staat: geestvervoering zijner woorden. Wat is dat? Ibid. bl. 89 wordt gezegd: hun bijzondere trap werd door de hellebardiers en eenige lijfwachten bewaakt. Mac-man beantwoordde den groet der schildwachten, en klom langs denzelven, door montreil gevolgd, naar boven. Onder dat denzelven moet men hier noodwendig groet verstaan, ofschoon trap gemeend wordt; doch wegens de nieuwe periode had hier trap moeten herhaald worden. Ibid. bl. 95, dat de moeder harer dochter eenen brief spitsvinnig uit de hand rukte. Dit moet onbetwistbaar vinnig zijn; want spitsvinnig heeft hier geenen zin, daar het, van personen, scherpzinnig, en van zaken fijn uitgeplozen beteekent. Ibid. bl. 313 vindt men paswoord, een ons onbekend woord: het moet daar leus beteekenen. IIde D. bl. 7: herhaalde hij betuigingen, die hem nu niet langer verdroten te doen, voor: welke het hem niet langer verdroot te doen. - Doch, in weerwil van deze en andere vlekjes, die veelligt aan de te vliegende pen des Vertalers te wijten zijn, bevelen wij dit | |
[pagina 672]
| |
onderhoudende boek, waarin zoo veel belangrijks gevonden wordt, ruimschoots aan. Druk en papier laten niets te wenschen over: trouwens, dit is men van den Uitgever gewoon. Het vignet is insgelijks, hoe ijselijk ook, wél uitgevallen en versiert het boek, maar verwijst op het IIde D. en is dus eene soort van nieuwe krijgslist, om de nieuwsgierigheid op te wekken en tevens slechts één plaatje voor de beide deelen te leveren. |
|