Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1837
(1837)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHandleiding of Leerboek der Likeurstokerij, bereiding aller soorten van Parfumeriën en Chocolade-bereiding; of opregte, op veeljarige ervaring, gegronde handleiding enz. enz. enz.,Ga naar voetnoot(*) bewerkt door Dominicus Horix. Naar den tweeden druk uit het Hoogduitsch overgebragt en met vele aanmerkingen en bijvoegsels vermeerderd door Th.G. Entrup Bavink, Apotheker. Te Groningen, bij J. Oomkens. (Zonder jaargetal.) In gr. 8vo. XVI. 419 Bl. f 3-:De Schrijver deelt in het Voorberigt de redenen mede, die hem tot het zamenstellen van dit werk bewogen hebben. Hij beschouwt het onderwerp, waarover hij zal handelen, als vooral gewigtig uit het practisch oogpunt, en eene juiste kennis van hetzelve alleen mogelijk door ervaring; deze ontbreekt grootendeels, of rust op geene zuivere gronden, of wordt door geene voldoende theoretische kennis gesteund. Wat in Duitschland over dit vak geschreven is, heeft meer theoretische dan practische waarde. De hulpmiddelen, welke Frankrijk biedt, missen doorgaans beide deze vereischten. Een en ander heeft | |
[pagina 556]
| |
den Schrijver opgewekt, naar zijne krachten, volgens zijne ervaring, in deze behoefte te voorzien. De Vertaler oordeelde, dat de Schrijver zich grootendeels wel van zijne taak gekweten heeft; hier en daar echter heeft hij nog veel te wenschen overgelaten. Het eerste deed den Vertaler dit werk beschouwen als een niet geheel onnut hulpmiddel tot de bevordering van dezen tak der Industrie ook in Nederland, vooral omdat men hierin bij Frankrijk achterstaat; in het tweede heeft hij gemeend, welligt door zijne verworvene kundigheden en ervaring te kunnen voorzien. Hij zegt, met dit oogmerk niet bloot vertaald, maar ook omgewerkt te hebben, waarvan dit werk vele bewijzen oplevert. Welligt had de Heer entrup bavink een meer verdienstelijk, voor hem misschien minder moeijelijk werk verrigt, wanneer hij, naar aanleiding van het geschrift van horix, een meer oorspronkelijk boek over deze kunst geschreven had, hij zou dit boek beter naar de behoefte en gebruiken van onzen landaard hebben kunnen inrigten, en het eigenaardige der producten van onzen bodem, of door onze fabrijken voortgebragt, tot eene voordeeliger toepassing beter uiteenzetten. Nu zou men zeggen, dat doorgaans voorschriften, voor Duitschland en Frankrijk geldig, niet zoodanig alhier bruikbaar zijn, en meestal gewijzigd moeten worden. Dit blijkt onder anderen uit het 15de hoofdstuk, of bijvoegsel van den Vertaler. Hier handelt deze over voorschriften van in ons land veelvuldig in drank- en likeurwinkels voorkomende voorwerpen, welke (spreekt dit niet van zelf?) door den Duitschen Schrijver niet opgegeven worden. Hier nu, leest men van proefhoudenden jenever, een voornaam fabrikaat van ons land; terwijl in andere voorschriften doorgaans van wijngeest gesproken wordt. Door de bijvoeging van dit hoofdstuk heeft de Vertaler vooral een verdienstelijk werk verrigt. Moeten er nu eenmaal maagbitter, maagelixer enz. wezen, dan behooren de ingrediënten tot dezelve uit de minst schadelijke gekozen te worden; hetwelk evenwel niet altijd de bedoeling der winzucht is. | |
[pagina 557]
| |
Dit wordt door den Vertaler zeer juist aangemerkt in zijne Voorrede bl. XII, waar hij niet slechts de Joden en Marskramers doorhaalt, maar wel degelijk ook de seilen der Apothekers blootlegt. Hij onderscheidt zich hier ook op eene loffelijke wijze van degenen, welke met regt kunnen gezegd worden Gomma, Levenselixer, onfeilbare tinctuur tegen de Cholera enz. enz. enz. uit te venten. Men kan toch het Kwakzalvers bedrijf vertoonen, al loopt men met deze wondermiddelen het land niet af. - Bij de bekortingen, welke men zich heeft veroorloofd, had men ook de uitweidingen over de geneeskundige werking de Parfumeriën enz. gerust kunnen weglaten; b.v. bl. 280, bij de bereiding der uitstekend heilzaam werkende, onvergelijkelijke zoogenaamde Boule d'acier dite de Nancy: wel geen universeel of een algemeen middel, maar toch zoodanig een, dat het naauwelijks te gelooven is, dat er nevens dit nog een ander middel bestaat, dat in zoo onderscheidene en zoo vele gebreken en kwalen zulke heerlijke en voortreffelijke diensten bewijst als dit. Men behoeft geen Geneeskundige te zijn, om, bij het lezen van § 193, 194 en 195. deze met eene zware tint van kwakzalverij gekleurd te vinden. Deze aanmerkingen zouden ook op meer andere gedeelten van dit boek toepasselijk zijn. Ofschoon de uitvoering van dit werk goed en de prijs matig is, had het, bij meerdere beknoptheid, zich door goedkoopheid nog meer kunnen aanbevelen, en zoude de nuttige werking uitgebreider worden. Wat de voorschriften betreft, hiervan zouden vele eerst aan eigene ondervinding behooren getoetst te worden, vóór men over derzelver doelmatigheid en juistheid konde oordeelen. Het valt dus moeijelijk, eene beoordeeling te schrijven, welke noodwendig in zeer vele bijzonderheden zoude moeten treden. Wij bepaalden ons derhalve meer tot aankondiging dan tot beoordeeling van dit boek, en wenschen, dat deskundigen, in dit vak werkzaam, zich, bij eene beproeving der voorschriften, zullen opgewekt gevoelen, om de vruchten en resultaten hunner | |
[pagina 558]
| |
werkzaamheden, aan deze voorschriften ten toets gebragt, mede te deelen. |
|