Zeeplanten, of Voorlezingen uit het Noorden. Te Sneek, bij F. Holtkamp. 1837. In gr. 8vo. 208 Bl. f 2-25.
Een bundeltje, behalve uit een paar Gedichten, bestaande uit Voorlezingen, gehouden in het Nut van 't Algemeen, Departement op het Eiland..... niet genoemd, maar dood gemakkelijk met den vinger te wijzen. De Schrijver had zich gerustelijk kunnen noemen, zonder vrees voor schande. Hoogelijk roemen wij in alles het juiste vatten van den geest der achtingwaardige Maatschappij, en als zoodanig mogen zeer vele Redenaars in aanzienlijker Departementen aan deze Zeeplanten wel een lesje nemen. Die over de zucht om nut te stichten is een zeer goed uitgewerkt, belangrijk en voor de gelegenheid (uitreiking van eereblijken) zeer doelmatig opstel; de vergelijking tusschen de Departementsvergaderingen en het menschelijke leven (de ballotage met de geboorte - de intrede met de kindschheid - de voorlezing met het onderwijs - de werkvergadering met de bestemming van den man - het nanut (gezellig verkeer en goede sier) met de uitspanningen - het scheidingsuur met den dood) een aardig stuk, dat ons, bij al het te locale, bijzonder geviel. De natuurlijke en zedelijke waarde van het rooken zou beter zijn zonder het met de haren bijslepen van de 1, 3, 4de aanmerking in het tweede gedeelte. De spreekwoorden van zee en scheepsleven ontleend zijn magtig afgezaagd, schoon geschikt voor dat Departement; even als de beantwoording der vraag: is het de laatste vergadering? Doch daarom is iets nog niet algemeen belangrijk. Vermits echter de inteekenaars, onder welke wij met bevreemding den Boekverkooper uitgever zelven voor 116 Exx. vonden, voor het meerendeel waarschijnlijk zullen weten, wat zij in dit bundeltje ontvangen, zien wij geene reden, om daarop te vallen. En voor de niet-inteekenaars kan het, als gezegd, nuttig zijn, eens te zien, dat spreken in het Nut
geheel iets anders is, dan voorlezingen houden in eene letterkundige of geleerde Maatschappij. Wij prijzen het werkje aan, als eene geschikte bijdrage tot de Nuts-leesbibliotheken. De Schrijver heeft gemakkelijkheid in het stellen, zoo in proza, als in dichtmaat.