De Schrijver redeneert niet over deugd en pligt, maar stelt die in welgekozene, treffende voorbeelden aanschouwelijk voor oogen, om goede en vrome gezindheden op te wekken. In die voorbeelden, meerendeels aan de Geschiedenis of het werkelijk leven ontleend, blijkt, dat hetgeen elders als 's menschen pligt is voorgesteld en aangedrongen, kan worden ten uitvoer gebragt, en dat door menschen al het voorgestelde en voorgeschrevene goede, met Gods hulp, is verrigt.... De verhalen, brieven en gesprekken, welke hier worden medegedeeld, hebben ten oogmerk, hen, door de voorbeelden van menschen, welke soortgelijke lotgevallen hadden, te bemoedigen en op te beuren.’
Men vindt hier dus voorbeelden van kommer en tegenspoed, als gedragen met onderwerping aan en vertrouwen op Gods Voorzienigheid, als meermalen oorzaken van vele goede gevolgen en derg. Andere gevallen wijzen weder op de kracht van Godsdienst en gebed, ter bevordering van geduld en standvastigheid, of op heldenmoed des geloofs. Nog andere op Christelijke gezindheden van ouders bij den dood hunner kinderen, of wekken troost en hope bij de gedachte des doods. Het ontbreekt ook hier dus niet aan verscheidenheid. Vele der hier verhaalde gebeurtenissen lazen wij met genoegen en nut. Wij twijfelen dan ook niet, of dit zal met velen het geval zijn, en het derhalve den Vertaler niet aan aanmoediging ontbreken, om de Moral in Beyspiele van wagnitz verder in het Nederduitsch over te brengen. Of echter aan zulk een werk behoefte bestond, daaraan nemen wij de vrijheid te twijfelen. Wij hebben in onze taal: Godsdienst, Natuur, Deugd en Voorzienigheid; goede's Onzigtbare; ewald's Goddelijke Voorzienigheid, en de Beyspiele des Guten van denzelfden Schrijver zijn ons, onder den titel: Voorbeelden van deugdzame bedrijven, met de Zedekunde in Voorbeelden en Verhalen, door de Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen, geschonken. Uit onze vaderlandsche Geschiedenis wees nog onlangs eene Schrijfster