der bouwkunde, zoo als de Alhambra. Waarlijk geen volk is geschikter, om in eenen Historischen Roman te interesseren. Overigens is het costuum met zorgvuldigheid bewaard. Geene geringe verdienste, b.v., waar Mahomedanen spreken. Over het geheel kan men echter eene zekere voorkeur aan de lieden van deze belijdenis, boven de Christenen, bij de Schrijfster, (eene Predikantsvrouw, naar men zegt) niet ontkennen. Misschien, gelijk wij zoo even reeds te kennen gaven, is dit op de geschiedenis gegrond; er laat zich ten minste wel iets voor zeggen, vooral daar de Mahomedanen toen op het schiereiland de onderliggende partij waren, en het Catholicismus van dien tijd er in vele opzigten onchristelijk genoeg uitzag. Maar, wij zien dit toch niet gaarne, en kunnen bezwaarlijk begrijpen, dat er zoo weinig van den Goddelijken geest des Evangelies zou zijn overgebleven, dat de zoon der woestijn dat licht in de schaduw zou kunnen plaatsen. Niemand echter behoeft om deze reden het boek ter zijde te leggen. Zijn eigen denkbeeld van Christelijke deugd zal nog altijd, in zachten, bekoorlijken, reinen glans, ver genoeg boven deze Stoïcijnsche, oud-Romeinsche of Spartaansche grootheid uitblinken. En, zoo honderd Romans bezoedelen, bederven, verweekelijken, wij zien geene reden, om dezen onder dezelve te rangschikken. De deugd moge er vaak lijden, de ondeugd zegepralen, de zwakke bukken, de geweldenaar heerschen; zoo gaat het immers in de wezenlijke wereld maar al te dikwijls, en het is van belang, dat wij tegen dien strijd gewapend worden.
Moesten wij op het onderhavige werk nog iets aanmerken, het zou wezen, dat de beschrijvingen van landstreken, gebouwen, personen en derg. wat lang zijn uitgevallen. De aanleg der Engelschen voor dergelijke schilderingen verloochent zich echter ook hier niet, zoodat het geene aan levendigheid, sommigen zelfs niet aan uitstekende waarde ontbreekt; de voorstelling van het bouwvallige Moorsche paleis, van het stierengevecht en van de aardbeving mogen ten voorbeelde strekken.
Wij twijfelen niet, of deze fraai geschreven Roman zal vele lezers vinden. Bij den lof, die aan vertaling en uitvoering toekomt, spijt het ons, al wederom over dat ellendige herhalen van hetzelfde vignet op de titels der beide Deelen te moeten klagen.