Herinnering en wederzien na den dood (,) toegepast op het leven op aarde. Te Kampen, bij K. van Hulst. In gr. 8vo. 272 Bl. f 1-80.
Dit boek was, naar het Voorberigt, reeds geheel afgewerkt en grootendeels afgedrukt, toen het schoone werk van muston, Herleven en herkennen, in een Nederduitsch gewaad verscheen. Ware dit het geval niet, dan hadde Rec. zeker blijven vragen, hetgeen hij bij de eerste inzage vroeg: waartoe na het even genoemde, onschatbare geschrift nog dit lijvige stuk? Ook dit boek heeft echter zijne waarde. Het bevat veel goeds, en het is te wenschen, dat de lessen, hier gegeven, worden behartigd. Men vindt hier veel, dat men er niet zou gezocht hebben en dat toch lezenswaardig is. Een paar stalen daarvan willen wij aanvoeren. Bladz. 40: ‘Bijaldien het meeste gelegen ligt aan de beoefening der geestvermogens, met betrekking tot het verstandelijke, en aan de betoonde getrouwheid, met betrekking tot het zedelijke, dan kan hij, die slechts ploegen, zaaijen, maaijen, houtkloven, weven of schapenhoeden moet, zedelijk even hoog staan, als de geleerde, die op zijnen leerstoel, en de vorst, die op zijnen troon zit; ja hooger staan, dan deze, als hij zich in hetgeen hij bezat vlijtiger oefende, en in hetgeen, wat zijn pligt eischte, getrouwer was, dan deze. Menig arme knaap is bij het gebruik van eene slechte grammatica een betere latinist geworden, dan de rijke,