De twee Neven. Een Verhaal uit den vijftienjarigen Vrede, door C.J. van Abcouw. II Deelen. Te Amsterdam, bij Ipenbuur en van Seldam. In gr. 8vo. 416 Bl. f 4-80.
Dit verhaal bestaat uit zoo vele ongelijksoortige bestanddeelen, dat het niet mogelijk is, over hetzelve een algemeen oordeel van goed- of afkeuring te vellen. Wij willen niet ontkennen, dat hier en daar deszelfs lezing ons eenig aangenaam onderhoud verschaft heeft. De Schrijver weet de nieuwsgierigheid naar den eindelijken afloop zeer goed gaande te houden; en vele voorvallen en handelende personen kunnen voor den vaderlandschen lezer niet dan belangwekkend zijn. Maar vooral hebben wij op het boek aan te merken, dat de geschilderde karakters meer overdrevene karikatuurteekeningen, dan schilderijen naar de natuur en het leven zijn. Daardoor zijn doorgaans de verhaalde voorvallen onwaarschijnlijk. Dit doet ook schade aan de zedelijke strekking van het werk. Wij voor het minst zouden geen' jongeling durven aanraden zich te vleijen met de hoop, dat losheid, het geheel verwaarloozen van zijne beroepspligten, en eene overdrevene zucht om romans te lezen, voor hem nog zulke gelukkige gevolgen zullen hebben, als dit in het onderhavige verhaal plaats heeft met deszelfs hoofdpersoon, Willem van Berkenwoude. Wij willen den Schrijver den aanleg niet betwisten, om eenmaal, waneer hij zijne voortbrengsels wat meer wil beschaven, ook met meer gelukkigen uitslag in dit vak te arbeiden. En wenscht hij verder in hetzelve werkzaam te zijn, dan hopen wij, dat hij, door ijverige beoefening van goede modellen, zich de aanmoediging van het lezend publiek nog meer zal waardig maken.