Frederik Linde. Een Tafereel van menschelijke Lotgevallen, door C. Bok. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1836. In gr. 8vo. 246 Bl. f 2-40.
De geschiedenis van een' vondeling, die ten gevolge van eenvoudige maar vrij natuurlijk aangebragte lotgevallen door zijnen vader herkend en door het huwelijk met een meisje verbonden wordt, dat als onbekend kind op het slagveld opgenomen en wier opvoeding door een' braven gepensioneerden Majoor bezorgd werd, en die later de dochter van een' zijner vrienden blijkt te zijn. De intrigue van dezen roman is niet kwaad verzonnen, en het boek laat zich tot uitspanning met genoegen lezen. Wij zouden wel aanmerkingen te maken hebben; maar, waartoe zouden ze dienen? Bij het ter perse leggen van dit werk is de schrijver overleden: hij ruste in vrede, en zijne vrienden kunnen alzoo deze zijne laatste lettervrucht niet ontberen, indien zij hunne verzameling van 's mans niet zeer talrijke romans wenschen te completeren. Bij vele romanschrijvers zou dit vrij wat moeijelijker en kostbaarder wezen. - De uitgever heeft zijn best gedaan, om dit boek in een voegzaam gewaad te doen verschijnen.