ik dan vrijuit en onbewimpeld tot u allen, en vraag u, mijne vrienden: wanneer gij de gesteltenis der eeuw beschouwt, de ontevredenheid der menigte, het voorbeeld van andere landen, de sterke woeling van Frankrijk, den rijkdom van Noord-Amerika, den voortgang van een onberedeneerd liberalismus, en den haat tegen alle vertoonbare magt gadeslaat, ziet gij dan; ten zij er een groot en doorknap Staatsman opsta, of dat men ten minste sommige valsche begrippen uitroeije en eenige ware beginsels aan den dag brenge, - ziet gij dan niet het reusachtig schaduwbeeld der naderende Republiek, zoo als zich dat vertoont in den beslagen spiegel des toekomenden tijds?’ - Over de verschillende staatkundige partijen zegt de Schrijver: ‘Gelijk eertijds de menschen uit liefde tot God elkander verbrandden, zoo vallen zij tegenwoordig elkander met eene weergalooze woede aan, om geene andere reden, dan uit de allerzuiverste belangstelling in het welzijn des volks en de vurigste genegenheid voor hetzelve. Geve de Hemel, dat gij door uwe geestdrijvers beter moogt gediend worden, dan onze goede Schepper door de zijnen gediend is!’
Ten slotte plaatsen wij nog iets over Lord grey: ‘Gaat eens na, wat, zelfs in dezen onzen tegenwoordigen tijd, een eerste Minister doet voor zijne familie, en wat deszelfs Koninklijke Meester voor de zijne zou kunnen doen. Welk een kreet is er niet opgegaan, en welk een onstuimig oproer verspreidde zich alom, toen een zoon des Konings tot gezagvoerder over den Tower werd benoemd! Is hij niet genoodzaakt geweest, dit klein bewindhebberschap weder aanstonds neder te leggen, omdat het geroep des volks zoo luidruchtig en de ministeriéle welsprekendheid zoo stil was? - Maar Mylord grey, welke broeders-zoon, neef, bloedverwant van grey, of ook verre - verre afstammeling uit het Greysche geslacht, heeft niet zijnen naam op het budget der staatsuitgaven gekregen? Indien gij het waagdet, aan de welvoegelijkheid dezer benoemingen te twijfelen, met welk eene hooge borst zou de Minister alsdan u den geesel zijner bestraffingen doen gevoelen! De stem, die sprakeloos bleef, toen het des Konings zoon betrof, laat zich donderend hooren, zoodra het de achtbare hoofden geldt van de ontelbare en onkreukbare grey's!’
Het aangehaalde verstrekke tevens tot eene proeve van de wijze, op welke de Vertaler zijne taak volbragt heeft. Die