Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1837
(1837)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 289]
| |
De Graaf van bridgewater overleed in Februarij 1829, en stelde bij zijnen laatsten wil 18000 p. sterling ter beschikking van den President van de Royal Society, om te betalen of te verdeelen aan een' of meerdere door dezen uit te kiezen Schrijvers, die zich zouden verbinden, om een werk zamen te stellen over de magt, wijsheid en goedheid van God, zoo als die in de schepping is ten toon gespreid. Hij begeerde daarenboven, dat de voordeelen, die uit den verkoop dezer werken voortvloeiden, aan de Schrijvers derzelven zouden worden uitbetaald. Acht Geleerden werden, ten gevolge van dat Testament, door den President der Royal Society, in verbindtenis met den Aartsbisschop van Canterbury en den Bisschop van Londen, uitgekozen, namelijk chalmers, j. hidd, whewel, ch. bell, p.m. roget, buckland, kirby en w. prout, en zoo ontstonden de acht zoogenoemde Bridgewater Treatises van zeer verschillenden en uiteenloopenden inhoud, zonder algemeen plan en van zeer onderscheidene waarde. Rec. bezit ze in het oorspronkelijke alle, maar wenscht niet, dat ze alle vertaald worden mogen. Wat denkbeeld moet men toch van den toestand der godsdienstige kennis hebben van eenen Schrijver, die eenige bladzijden besteedt aan de vraag, of Adam en Eva vóór den val ook luizen en ingewandswormen hebben gehad, gelijk men in kirby's Treatise leest! Wat het boek van c. bell betreft, het handelt, ja, over de hand, maar ook over honderd andere zaken meer, die met de hand in geen nader verband staan dan de 1000 L., die den Schrijver om een boek te maken werden uitbetaald. Dat men de oorspronkelijk in den tekst gevoegde houtsneeschetsjes in twee deftig gevouwene en uitslaande steendrukplaten achter den tekst vereenigd heeft, is waarlijk geene verbetering, en toont slechts te duidelijker aan, dat deze afbeeldingen met meer verkwisting dan keuze in het werk zijn opgenomen, waar zij dikwerf slechts in allerverwijderdsten zamenhang met den tekst zijn. Dat men in | |
[pagina 290]
| |
Duitschland alles vertaalt, is bekend. Behoeven wij nu nog de Bridgewater Bücher van de Duitschers over te nemen? Want dat deze Hollandsche vertaling eene vertaling eener vertaling is, daarvan geeft de titel zelf verzekering: (Uit het Engelsch en Hoogduitsch.) Eene verstandige keuze uit de Bridgewater Treatises ware misschien te wenschen; maar over 't geheel hebben echter deze geschriften niet aan de hooggespannen verwachting beantwoord. Zoo als ze daar zijn, die 12 boekdeelen te vertalen, gelooven wij eene nuttelooze en verkeerde onderneming te zijn. |
|