kunnen verwerkt worden. Dat intusschen ons klimaat tot aankweeking van andere schaapsrassen ongeschikt zoude zijn, is een vooroordeel. De Schrijver wil echter niet, dat men onze grofwollige schapen overal en alleen door fijnwollige rassen zal vervangen, hetgeen niet uitvoerbaar of altoos voordeelig zijn zou. De verschillende localiteiten en andere omstandigheden moeten daarbij in het oog gehouden worden. Proeven aan 's Rijks veeartsenijschool, om onze schaapsteelt door kruising met Engelsche rassen te verbeteren, schijnen aanvankelijk goed te slagen, en betere uitkomst te beloven, dan de vroeger in 't werk gestelde pogingen, om door middel van Spaansche merinos-schapen deze verbetering te bewerken. - De varkensteelt, eindelijk, is in ons Vaderland aanzienlijk, en schijnt, althans in sommige streken, toe te nemen.
Het tweede hoofdstuk dezer Bijdrage handelt over de voornaamste oorzaken en hindernissen, welke den bloei en voortgang der Veeteelt in Oud-Nederland beletten. Deze oorzaken zijn algemeene of bijzondere. Tot de algemeene behoort de steeds meer toenemende achteruitgang en verarming des landmans, waardoor hij belet wordt zich betere en deugdzamer dieren aan te schaffen, zijn vee behoorlijk te verzorgen, en met deszelfs gebruik te wachten tot het volkomen ontwikkeld is, enz. Ten andere behoort hiertoe de verwaarloosde toestand der weilanden en het niet genoegzaam verbouwen van de noodige stalvoeders; en wat de paarden betreft, ten derde, de veranderde smaak, en de zucht, om aan het vreemde boven het voortbrengsel van den vaderlandschen grond de voorkeur te geven. Tot de bijzondere oorzaken brengt de Schrijver het gebrek aan goede en in allen deele tot de voortteling geschikte mannelijke dieren; het gebruik, om alleen oude gebrekkige merriën voor de paardenfokkerij te bezigen; het gemis aan belangstelling voor de verbetering der rassen bij de schaaphouders, en eindelijk de geringe achting, waarin de Veeartsenijkunde