Wij ontvingen kort achter elkander drie werken, welke alle eene practische strekking hebben. Het eerste is de voortzetting der vertaling, door ons, naarmate de gedeelten bij opvolging het licht zagen, beoordeeld. Het andere is een aangenaam verschijnsel, een oorspronkelijk werk in de Latijnsche taal geschreven, geschikt om ook buiten de grenzen van ons vaderland bekend te kunnen worden. Het derde is wederom eene vertaling van eene belangrijke lettervrucht van den algemeen bekenden c.w. hufeland, thans met regt eene erfmaking geworden, dewijl, sedert de vertaling ondernomen werd, de brave man zijne aardsche loopbaan besloten heeft.
Ofschoon van de vermelde werken een gelijktijdig verslag zullende geven, kan het echter onze bedoeling niet wezen, dezelve onderling te vergelijken, dewijl zij, wel dezelfde strekking hebbende, wat aanleg en bewerking betreft, toch grootendeels van elkander verschillen.
Het eerste stuk des tweeden deels van het handboek van conradi behelst de bloedvloeijingen en de opstopping of onderdrukking van het te ontlastene bloed; hieraan worden negen hoofdstukken gewijd. Wij willen omtrent de bloedvloeijingen in het algemeen slechts aanmerken, dat de wijze, om de uittreding van het bloed te verklaren, nog meer zal behooren gewijzigd te worden, naarmate meer zal blijken van de juistheid der Exosmose en Endosmose; terwijl in sommige gevallen de wetten der eenvoudige indringing (imbibitio) misschien toereikend zullen wezen. Wat de verdeeling der bloedvloeijingen in active en passive betreft, zouden de eerste meer van de werking van het slagaderlijk stelsel afhankelijk behooren beschouwd te worden; terwijl de laatste meer met het aderlijk stelsel in verband staan. Ten opzigte der vermelding van longenberoerte ware het misschien beter, zulk eenen toestand eene bloedsophooping met verlamming der longenwerking te noemen. Over het geheel verdienen de bloedvloeijingen uit de longen nog meer ontleedkundig nagespoord te worden, voor-