Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836
(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 739]
| |
Iets aangaande den tegenwoordigen toestand der homoeopathie in Duitschland.(Vervolg en slot van bl. 701.)
De derde klasse der Homoeopathen is de sekte der Reformatoren. Hiertoe behooren griesselich, kramer, wich, werber, arnold, schrön enz. Hun orgaan is de Hygea, een te Carlsruhe verschijnend homoeopathisch tijdschrift. Hervorming is hun doel, en vereeniging der Homoeopathie met de gewone geneeswijze. Met het Hahnemannsche grondbeginsel similia similibus (Homoeopathie) hebben zij weinig op; eadem iisdem (Isopathie, Homöopathie) is hun voornaamste grondregel. Dr. arnold noemt het homoeopathische grondbeginsel ongerijmd en met de ervaring strijdig. De homoeopathische Geneesheer schrön zegt, dat het beter geweest was, dat hahnemann op de stelling similia similibus zijn stelsel niet gebouwd had. (Hygea, B. I. S. 417 etc.) Ingevolge hun gevoelen genezen zij de scabies (psora), of de gebreken, die zij gelooven dat hunnen oorsprong uit scabies nemen, met Psorin, dat is de schurftetter zelf, hetwelk zij verdund (potenzirt) aan hunne kranken uitreiken; en zoo hebben zij Syphilin, Sycosin, Morbillin, Scarlatinin, Variolin, Anthracin, Hydrophobin, Phthisin, Herpetin, Elepticin, Leucorrhoin, Gonorrhoin, en hoe verder de walgelijke geneesmiddelen mogen genoemd worden, van welke zij zich tot genezing bedienen. Ook deze sekte der Homoeopathen leeft met Vader hahnemann niet in de beste harmonie, die hen excentrieke koppen noemt, waartegen zij ook den meester niet gespaard hebben; ja wij zijn aan hen menige bijdrage tot de kennis van hahnemann's karakter verschuldigd, die misschien anders niet openbaar zoude geworden zijn. Allen erkennen zij het ongenoegzame der Homoeopathie. Griesselich zegt, dat alle waarheid, die in de Homoeopathie is vervat, op den nagel des kleinen vingers kan worden geschreven. (Hygea, B. I. Vorrede S. III.) In zijne antikritiek tegen den beroemden sachse, welken hij (Hygea, B. II. Heft I. S. 84.) ein complet verrückter Professor der Medicin noemt, tracht hij de nieuwe leer tegen de aanvallen van dien Hoogleeraar te verdedigen, maar komt er | |
[pagina 740]
| |
ten laatste openlijk, als in eene vlaag van woede, voor uit, dat de Homoeopathie niet te houden is, bij het uiten van deze merkwaardige woorden: Es giebt in der Homöopathie wenige Fundamental-Wahrheiten; das Gebäude, was man fingerfertig darauf gesetzt, taugt nichts; es is nichts werth; dass es auf dem Abbruch versteigert werde; es muss zu Hölle fahren!Ga naar voetnoot(*) Volgens hen ligt de oorzaak van den geringen opgang der Homoeopathie in haarzelve zoo wel, als in de nietswaardigheid van de meesten harer belijders, (Dr. schrön, in Homöopathisch Repertorium, S. 171) en zij erkennen openlijk, dat het getal van verdienstelijke mannen onder de uitoefenaars der nieuwe geneeswijze ten uiterste gering moet worden geschat. Griesselich, van de Homoeopathen sprekende, zegt: Durch ihre Dummheiten, Ausschweifungen, Uebertreibungen und Nichtswürdigkeiten haben sie der Homöopathie unendlich geschadet.Ga naar voetnoot(†) Hoezeer echter ook de aanhangers der Homoeopathie onder elkander over de grondwaarheden hunner leer mogen verschillen, komen zij allen in één punt met elkander overeen, namelijk in den doodelijken haat, welken zij der rationele Geneeskunde en de gewone Geneeskundigen toedragen. Alle middelen, welke dienen kunnen om deze voor het publiek in een ongunstig daglicht te stellen, worden met gretigheid door hen bij de hand genomen, en zij bedienen zich daarbij van de uitgezochtste bewoordingen. Samuel hahnemann beschouwt de gewone Geneeskunde erger dan de pest, en stelt derzelver beoefenaars letterlijk met de afschuwelijkste moordenaars gelijk. (B.v. in zijn werkje: Die Allopathie, ein Wort der Warnung an Kranke jeder Art.) Zijne leerlingen zijn hem hierin gevolgd, en hebben zich tegen de gewone geneeswijze dikwijls op zoodanig eene wijze uitgelaten, dat zij zelfs hunnen tegenstrevers een' glimlach afpersten. In zekere brochure: Allgemeine Belehrung über homöopathische Aerzte, Küren, Arzneien, Diät etc., geschrieben von einem Manne, der alles Homöopathische gut kennt, ob er gleich kein Doctor ist, Leipzig, 1834, een van die werkjes, welke door de Homoeopathen zoo regt voor john bull geschreven zijn, zegt men: Wer sich homöopathisch behandeln lässt, wird in der Regel sehr sicher, sehr grundlich und oft sehr geschwind kurirt; er | |
[pagina 741]
| |
hat nicht nöthig, sich in mindesten vor der Kur zu fürchten, denn er bekommt von Zeit zu Zeit ein ganz klein bischen Medicin, die nach gar nichts schmeckt und riecht; er muss bloss eine gewisse Diät halten etc. Kranke, welche sich allopathisch behandeln lassen, mussen 1o. Tränke verschlucken, die grässlich schmecken. 2o. Sie müssen Pillen herunterwürgen, wobei ihnen grün und gelb vor den Augen wird. 3o. Sie müssen grosse Kannen vol heissen Thee in den Hals giessen. 4o. Sie müssen brechen und laxiren, dass ihnen der Angstschweiss wie ein Strom von der Stirne herabläuft. 5o. Sie müssen, wenn sie schon auf dem letzten Loche pfeifen, sich in eine Badewanne schleppen lassen, aus der sie oft nicht lebendig herauskommen. 6o. Sie müssen sich Spanische Fliegenpflaster und andere Pflaster liegen lassen, die eine Empfindung hervorbringen als wenn ein Bär recht grimmig anpackt. 7o. Sie müssen sich Salben in die Haut einreiben lassen die die Haut zerfressen. 8o. Sie müssen durch Aderlassen, Schröpfen und eklige Schlangenwürmer, die man Blutegel nennt, sich Blut, den edlen Lebenssaft, abzapfen lassen, bis sie in Ohnmacht fallen. 9o. Sie sind endlich keinen Augenblick sicher, dass es dem Doctor nicht einfällt, Heilmittel bei ihnen anzuwenden, gegen welche Alles das, was so eben gesagt worden ist, ein Kinderspiel, eine sanfte Behandlung genannt zu werden verdient!! 10o. Sie werden oft durch die angewendeten Arzneien vergiftet. Meerdere voorbeelden, nog bespottelijker dan dit, zouden wij kunnen bijbrengen uit de tallooze schriften der Homoeopathen, welke voor het volk zijn bestemd:Ga naar voetnoot(*) genoeg zij | |
[pagina 742]
| |
het, aan te merken, dat zij geen middel hoegenaamd hebben geschroomd, om de oudere geneeswijze in een hatelijk daglicht te stellen. Ieder, die het waagt, zich ook maar van verre tegen de Homoeopathie te verklaren, wordt met de hatelijkste benamingen bestempeld. Hecker, jörg, sachse, stieglitz hebben dit allen ondervonden. Zij ontzien jaren noch verdiensten. Tot voorbeeld kan hufeland strekken. Want, niettegenstaande deze met ongemeene zachtmoedigheid zich over hunne personen en schriften heeft uitgelaten, en om des vredes wille hun waarschijnlijk meer heeft toegegeven dan hij eigenlijk wel waarlijk meende, hebben zij hem met ondank betaald. Samuel hahnemann noemt hem armer hufeland! en zijn geschrift over de Homoeopathie ein Pamphlet. (In zijn Organon.) Dr. constantin hering stelt hufeland voor als den vertegenwoordiger der ongelukkige Eclectici.Ga naar voetnoot(*) Stapf, attomyr, griesselich zijn hierin gevolgd, en hebben tegen den grooten man op ontelbare plaatsen hunner werken den schandelijksten laster uitgebraakt. Maar alle hunne lasterlijke aantijgingen hebben het beoogde doel gemist, en, in plaats van den eerwaardigen grijsaard te schaden, zijn dezelve in haar vol gewigt op de Homoeopathen zelve teruggekomen, en hebben het hare toegebragt tot de algemeene verachting, waarin de nieuwe leer en derzelver belijders in Duitschland dagelijks meer en meer verzinken. |
|