gevolgd. Men weet niet, of hij meer door aandoening dan door spot en hoon invloed op zijne toehoorders oefent en derzelver gemoederen beheerscht. De stijl zijner rede is noch beschaafd noch sierlijk, maar krachtig en treffend. Zijne stem is sterk, vol en tot alle buigingen in staat, naar mate zijne luim zulks medebrengt. En deze man is reeds 61 jaren oud, hoezeer hij er uitziet als een veertiger. Hij hoopt nog wel 30 jaren te leven, omdat, zegt hij, de meesten zijner voorvaders bijna honderd jaren oud geworden zijn.
Wegens een onbezonnen jongenstreek (vermeldt Prof. wolff, te Jena) werd spindler, als knaap, te Straatsburg, waar zijn vader Orchestmeester was, voor het geregt gedagvaard, en, na een kort verhoor, in eene gevangenis geworpen, waar het gezelschap der volslagenste booswichten hem ten deel viel. De wet sprak tegen hem, en, naar de Fransche regtspleging, wachtte hem eene gestrenge straf. Tot zijn geluk, bewees een Advocaat, dat hij de jaren der verantwoordelijkheid nog niet bereikt had. Te midden van het gejuich des volks werd hij vrijgesproken, en in zegepraal huiswaarts gedragen. - Later studeerde spindler in de Regten, maar verliet dezelve, om Komediant te worden! Te dien tijde schreef hij, onder bezwaarde omstandigheden, zijnen Bastaard. Reeds gehuwd en der armoede ter prooije, zond hij het handschrift aan eenen vriend in Zwitserland, met verzoek, hetzelve tot elken prijs aan den man te helpen. Deze stelde het in handen van den ouden orell, te Zurich, maar liet, uit onbedachtzaamheid, spindler's brief aan hem daarin liggen, waaruit bleek, dat het werk voor een prijsje te bekomen was. Van eischen kon dus geene vraag meer zijn. Spindler moest lang wachten, eer zich orell bij den onderhandelaar aanmeldde, en, na vruchteloos bij dezen om eene prijsbepaling te hebben aangehouden, hem een' wissel van 2000 florijnen, als honorarium voor den schrijver, toeschikte. ‘De Roman,’ dus schreef de waardige Boekhandelaar, ‘is wel geen meesterstuk, maar van den maker kan iets worden.’ Er is van spindler, ook naar het uitwendige, inderdaad iets geworden! Hij bewoont thans, als een welgesteld man, een eigen huis te Baden-Baden.