Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836
(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 385]
| |
Inventaris der Bagaadje van een groot Jongman, op reis gaande, om eene Vrouw en den Vrede te veroveren.Het oogenblik des vertreks nadert; alles is in rep en roer, alles in beweging, alles drok bezig, alles leven en streven in dit plegtig oogenblik! De lakkeijen schuijeren, de stalmeesters klappen met de zweep, de kamerdienaars buigen, de palfreniers roskammen, de voerlieden drinken, de pakkers emballeren, - het perpetuum mobile, ten minste de algemeene beweging, schijnt uitgevonden! Ziehier de lijst van eenige der voorwerpen, gisteren door de Hofpakkers voor de reis naar Weenen geëmballeerd: Eene parade-uniform van Luitenant-generaal, doch zonder de driekleurde kokarde; want men moet zijne goede vrienden, die ons met opene armen ontvangen, niet beleedigen, door hun eene kleursvereeniging te vertoonen, welke zij nooit konden velen. Vijftien paar Bal-schoenen. Vijfenveertig geïmproviseerde antwoorden, voor elke begroetingsaanspraak in de steden van het Duitsche Bondgenootschap. Twee geweren voor de klipgeiten op de Alpen. Acht waterproef-hoeden, om de ijsvelden te bewandelen. Twaalfhonderdvijftig erfelijke stopwoorden, om te dienen ter bekwamer tijd. Een huwelijksaanzoek en eene verbindtenis tot algemeenen vrede. Acht quadrilles, vier walsen en drie galopades naar den laatsten Parijschen trant. Vier geletterde verklikkers, belast met het te boek stellen der opmerkingen, welke zij kunnen verzamelen nopens de gevangenissen, de kerkerholen, de oproeren, de rooverijen en gewelddadigheden van het schoone Duitschland. Eene Hoogduitsche Grammaire. Een schabrak van eene Giraffehuid, bestemd voor Z.M. den Keizer van Oostenrijk. | |
[pagina 386]
| |
Vier ruikers oranjebloesems voor liefdesverklaringen. De verzameling van geestige zegswijzen, welke de doorluchtige reiziger sinds vijf jaren gedebiteerd heeft.... in het Journal des Débats. Een fac-simile in chocolaad der Machine van fieschi. Drie cachemiten kamerjaponnen. De kogel, die den veldtogt van Antwerpen bijkans zoo noodlottig had doen zijn voor de diplomatische bals enz. Drie pakketten geëmailleerde tandenstokers, om tot geschenken te dienen voor wrakke Prinsessen-weduwen. Eene pijp patroontasch was voor de knevels. De plaat van Grootkruis van het Légion-d'Hon.... Een notenkraker. De oude pruik van tallbyrand voor metternich. De jongste redevoering van den Heer thiers ten behoeve van... zichzelven. Een vijftig knuppels van een nieuw model, hetwelk de Heer gisquet der verlichte Duitsche policis ter keuring aanbiedt. Twaalf flanellen gezondheidsvesten. Het Programma der vermakelijkheden van den 1 Mei. Een goede voorraad van verzilverde medaljes en klein zilvergeld, om uit te deelen aan de menigte, welke den doorluchtigen reiziger zal omringen, om aalmoezen smeekende. Veertig maten kruisen en honderd ellen lint ten zelfden einde. Dit alles wordt gevouwen, opgerold, gerangschikt, opgehoopt, gekist en gebroken, op eene verwonderlijke wijze. Er valt niets meer in te pakken, dan de scheermessen en den vaderlijken zegen. En dan - voort, koetsier! |
|