te beduiden, dat zij zich met de wereld, zoo als zij was, te vergenoegen had, en, zonder blind te worden, niet meer in dezelve behoefde te zien, dan zij zelve wilde. Die raad verdiende nu wel in overweging genomen te worden; ook schijnt het, dat de non van het plan, om blind te worden, in het vervolg afzag. Het sprekende beeld ondertusschen, het zij nu dat houten oogen en lippen zich zoo gemakkelijk niet weêr sluiten als zij zich openen, het zij dat het er op gesteld was, zijne zamenspraak met de non ter kennisse van de nakomelingschap te brengen, het zij om eenige andere, ons kortzigtige stervelingen onbegrijpelijke reden, - genoeg, het beeld sloot sedert dat oogenblik noch oogen noch mond meer, en tot den dag van heden heeft men er niet de minste verandering aan waargenomen. In dien zelfden staat werd het dan ook, onder het gejuich der geloovige bevolking, te Lier ingehaald en in het nieuwe klooster ten toon gesteld. Sommigen wilden wel de wezenlijkheid van het mirakel in twijfel trekken; maar, mijns bedunkens, is dit de ongeloovigheid al te ver drijven. Men overtuige zich daarvan zelf ter plaatse zelve, zoo als ik deed; men zal oogen en lippen wagenwijd zien openstaan; en waarom dat, zoo het beeld niet gezien, niet gesproken had? Ook verbeelde men zich niet, dat eene pelgrimaadje naar dit heilige oord met groote kosten verbonden is. Neen, voor de onbeduidende bagatel van tien centen wordt het elken geloovige vergund, het heilige beeld gedurende twee volle uren te aanschouwen, te bewonderen en te aanbidden. Wel zal het raadzaam zijn, niet al te sterk op blindheid aan te dringen; want vooreerst doet de verlichting in België de oogen niet bijzonder aan, en ten andere, ofschoon het nu eenmaal gebleken is, dat de goedhartige wonderdoener tot dergelijke huismiddelen tegen ontstichting niet genegen is, mogt die zelfde goedhartigheid (men kan 't niet weten) hem eens bewegen, den bidder zijn onberaden
verlangen toe te staan. Elk bidde dus liever, om van blind ziende te worden, en doe zulks met name voor de Belgen, daar wij weten, dat de vrome ingezetenen van Lier en de Belgen over 't algemeen tamelijk aan blindheid van onderscheidene soort laboreren.