Het tweede Deel der Herinneringen enz. van lamartine, waarin hij ons de voornaamste bijzonderheden en ontmoetingen op zijne reis naar het Oosten mededeelt, is over het algemeen nog belangrijker dan het eerste. In dat eerste Deel besloegen des Schrijvers bespiegelingen wat te veel plaats, en dit is hier minder het geval, zoodat zij hier meer tot aangename verpoozing, dan tot oponthoud van den lezer strekken. Met onafgebrokene belangstelling hebben wij derhalve dit tweede Deel gelezen, en zien verlangend uit naar het derde of laatste, hetwelk ons des Schrijvers waarnemingen te Damascus, Balbek enz. zal doen kennen; terwijl daarentegen het voor ons liggende zich geheel tot den Libanon en Palestina bepaalt.
Niet onbelangrijk is het, met het verslag van lamartine te vergelijken dat van een' ongenoemden Engelschen Schrijver, getiteld: Drie weken in Palestina en op den Libanon. Ook dat werkje zal men met genoegen lezen, al is de stijl niet zoo grootsch en schoon, niet zoo levendig en schilderachtig, als die van lamartine. Pilatus, voor Paulus, (bl. 178 van dat uit het Engelsch vertaalde stuk) is eene hinderlijke druk- of schrijffout. - Daar zoo wel de Reis van lamartine, als die van den Auteur der drie weken, in bijna aller handen zijn of komen zullen, al ware het slechts door middel van leesgezelschappen en leesbibliotheken, zullen wij geene uittreksels mededeelen; te minder, daar de keuze, wegens het veelvuldige schoone en het algemeen belangwekkende, zoo moeijelijk valt. Hoe ongekunsteld en waarheidlievend echter de Engelsche Schrijver is, zal de reisbeschrijving, of hoe men dat opstel anders noemen wil, van lamartine steeds de kroon spannen: vooreerst om het meer uitgewerkte en veelomvattende van het plan; ten andere om de menigte bijzonderheden, welke hij mededeelt, door dat de vriendschap met Lady stanhope en andere betrekkingen hem in gunstiger gelegenheden stelden tot het doen van opmerkingen en den omgang met onderscheidene volksstammen en personen, meer dan zulks bij eenig ander reiziger het geval kon zijn; en ten derde om het heerlijke en boeijende van den schrijfstijl, waarin lamartine zeker een meester is. Bij hem ligt een Oostersche gloed over het geheel verspreid, en dit is zoo welkom bij eene reis door het Oosten.