Verhalen. Naar het Hoogduitsch. Te Deventer, bij A. ter Gunne. 1835. In gr. 8vo. 223 Bl. f 2-25.
In het eerste der boven aangekondigde drie werken wordt het edele, eenvoudige en verhevene karakter van thomas morus met geschiedkundige waarheid voorgesteld. Ook hendrik VIII en zijne waardige gade schijnen ons getrouw geteekend. Anna bolein is wel wat ongunstig afgemaald. Als roman beschouwd, laat het geheel zich met belangstelling lezen.
Dit laatste is ook het geval met de Belegering van Gozzo; maar de waarschijnlijkheid is daarbij minder in acht genomen. Waarom de ontknooping zoo treurig is, begrijpen wij niet. Hoe ligt had de Schrijver in den heldhaftigen, zijne vrouw en kinderen zoo vurig beminnenden camillo, toen hij op den laatsten dag zijns levens, gelijk thans de voorstelling is, het aurum potabile met hen gedronken, en daardoor de bezorgdheid en de wanhoop van hem geweken waren, het gelukkige denkbeeld kunnen doen opkomen: ‘Neen! weg met alle vrees! wat zou ik nu reeds mijne toevlugt tot het ferrum potabile nemen?’ Hoe ligt had hij hem de flesch met vergift kunnen doen wegslingeren, nog eenmaal naar den ouden Alchymist beneden in het slot terugkeeren, en, door dezen onderrigt, met hem, met gade en kroost, en al de nog overige braven, of sommigen hunner, langs de onderaardsche wegen, den veiligen uitweg ter zekere redding inslaan? Nu is de ontknooping akelig, zonder eenige noodzaak.
Gelukkig in de uitkomst zijn de beide verhalen in het laatste hierboven aangekondigde boekdeel. Wat echter de waarde daarvan overigens aangaat, loopen wij niet hoog met den Prins van Madagaskar, en, schoon ook dit verhaal luimig moet heeten, kunnen wij voor onszelven er geest noch doel in vinden. Maar het Oudejaarsnacht-avontuur, schoon onwaarschijnlijk, vooral ook daardoor, dat die jonge tuinman en adsistent-klapwachter zijne rol van Prins, op het gemaskerd bal, zoo goed weet vol te houden, is desniettegenstaande onderhoudend, geestig en leerzaam. Het oordeel van den eenvoudigen, doch braven en schranderen jongeling uit den lageren stand, over de kabalen en verliefde intrigues ten Hove, is treffend en naïf. Dat alles zoo gelukkig afloopt, is bevredigend voor den lezer.