die mij noopten de Kolonie te verlaten, en mijne verdere waarnemingen dezer ziekte te staken.’ Uit des Schrijvers tot dusverre gedane waarnemingen, echter, geeft hij, van bl. 63 af, een kort overzigt der geneesmiddelen, welke in de Kolonie Suriname beproefd zijn, om de genezing der Lepra te bevorderen, de resultaten daarvan opsommende. Zwavelbaden, houtdranken, duivenkervel, jeneverbessenhout, wilde rozemarijn, sarsaparille, kwikbereidingen, het vleesch der hagedis, onder den naam van Jacopare bekend, werden te vergeefs beproefd; zelfs de mirakelen der Homöopathie, door zekeren Dr. heering aangekondigd, bleven onvervuld! Van de Cortex Peruvianus fuscus met de Cortex Sassafras schijnt de Schrijver eenig beter gevolg te verwachten, uit hoofde eener genezing, daardoor in Europa bewerkt. Uit de op bladz. 74 en 75 voorgestelde middelen, ter voorkoming van de besmetting, zoude men echter vooronderstellen, dat de Schrijver tot nog toe meer verwacht van maatregelen ter voorkoming dezer gebreken, dan van middelen te hunner genezing aangeprezen. Het staat nu te bezien, of een sedert aangeprezen middel beter aan de verwachting zal voldoen. De aandacht schijnt eerst sedert het vertrek van den Schrijver bij hetzelve bepaald te zijn geworden; anders zoude hij wel eenig gewag er van gemaakt hebben. Wij bedoelen de dusgenoemde Cuychunchullo. Bij andere geneeskundige eigenschappen zoude deze plant, welke te Cuenca Quito en Bogota wordt gevonden, vooral ter bestrijding van de Elephantiasis dienstig bevonden worden. Zij wordt, onder het houden van zekeren bepaalden leefregel, in een aftreksel voorgeschreven. Al het medegedeelde omtrent deze plant, en vooral omtrent hare werking, zal nadere en naauwkeuriger uiteenzetting behoeven. Groot zoude de aanwinst door zulk
een geneesmiddel tegen deze bedenkelijke ziekten wezen, indien deszelfs geneeskundige krachten beproefd mogten bevonden worden.