De Oorbiecht der Roomsch Katholijken beschouwd, door C.H. Helsen, Abt te Brussel. Te Zutphen, bij W.J. Thieme. 1835. In kl. 8vo. 212 bl. f 1-50.
Men leert uit dit werkje den Abt helsen, stichter der Belgisch-Katholijke Kerk, als een onderzoeklievend en vrijmoedig Godgeleerde kennen Openlijk heeft hij met de zijnen zich van de Roomschgezinden afgezonderd; en alzoo is de Belgisch-Katholijke Kerk, even als in Frankrijk, onder een ander Opperhoofd, de Fransch-Katholijke Kerk, die wel van de Gallikaansche Kerk moet onderscheiden worden, ontstaan. Die zich afscheurende Katholijken benoemen zich echter met dien titel, omdat zij, schoon zich vrij verklarende van het Pauselijk Oppergezag, en schoon zelfs de besluiten der Kerkvergaderingen niet beslissend latende gelden, ja schoon zij inzonderheid de Trentsche geloofsregelen in vele opzigten tegenspreken, desniettegenstaande, behalve den Bijbel, ook de Overlevering aannemen, en dus in zoo ver Katholijk zijn, zonder evenwel den Bijbel en de Overleveringen alzoo op te vatten als de Roomschgezinden. of al de Overleveringen, die door dezen worden erkend, voor echt aan te nemen. De zucht, om zoo veel mogelijk het zoogenaamde Catholicisme getrouw te blijven, en de natuurlijke gehechtheid aan geloofsbegrippen en vormen van eerdienst, die zij van de vroegste jeugd hebben leeren eerbiedigen, oefenen echter onmiskenbare blijken van invloed uit op hunne wijze van beschouwing der vereischten van eer- en leerdienst; en dus zijn de Franschen de Belgisch-Katholijken in dat alles nog aanmerkelijk van de Protestanten onderscheiden. Dit is ook uit dit