weggenomen zijn. Ons publiek moge leeslustig zijn; maar wij gelooven niet, dat het zulk een' razenden geeuwhonger heeft, om de Vertalers te nopen geen oogenblik te verliezen, en hunne producten half gaar op te disschen. Wij althans zouden liever zien, dat zij, bij blijkbare bekwaamheid, met meerdere bedaardheid te werk gingen. Wij willen den lezer niet vervelen met eene lijst van misstellingen, welke wij aanstipten, maar laten die rusten, tot dat ons bewijs voor hetgeen wij ter nederschreven gevraagd mogt worden, en gaan liever over, om verslag te doen van het werk, dat wij lazen.
De Schrijver noemt zich niet, maar, indien cooper er zijn' naam voor gezet had, zouden wij het voor een zijner vroegere werken houden, hetwelk hem later het denkbeeld van zijnen kruistogt in de Noordzee aan de hand gaf, en keuriger deed uitwerken. Hoe dit zij, hij kent bij ondervinding het tooneel, waarop zijne personen handelen. Het woelige scheepsleven met deszelfs gevaren en genoegens, zeeroof en schipbreuk, zoo wel als de verschijnselen in de Indische Zee, worden met levendigheid geschetst, en zijn verblijf aan de Kaap de Goede Hoop, thans helaas! onder Engelsch beheer, stelde hem in staat, de zeden, gewoonten, leef- en handelwijze der kolonisten, de oorlogen, krijgslisten en het karakter der wilde bewoners van dien uithoek der oude wereld naar waarheid te schilderen, en de natuurtooneelen van dat woeste maar bekoorlijke land hier en daar schitterend te doen uitkomen. Niemand, dan een ooggetuige, kan dat alles in zulk eenen vorm gieten, als hier gedaan is, en lichtenstein's Reizen ontvangen dikwerf bevestiging of opheldering; gelijk wij meenen, dat ons Mengelwerk, (zie No. 1, bl. 17 en volg.) hetgeen op de twee laatste bladzijden van het eerste deel van dit werk wordt aangevoegd, niet weinig toelicht en te regt wijst.
Wij loopen minder hoog met het romantische gedeelte, daar de karakters weinig uitstekends hebben, en de lotgevallen der personen vrij onwaarschijnlijk zijn. Makanna, die eerst in het tweede deel verschijnt, is de eigenlijke held van den roman geenszins, dien wij in zekeren Paul Laroon aantreffen, wiens dubbelzinnige zending en handelwijze ons den Franschen Kreool doen zien, die zich tot een' zoogenoemden agent provocateur der Fransche staatkunde in de Indiën laat gebruiken; van welke handelwijze wij het diepste afgrijzen