Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836
(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHippocratis Aphorismi. De Aphorismen (korte Stellingen) van Hippocrates, in het Latijn en Nederduitsch vertaald. Te Amsterdam, bij H.D. Santbergen. 1835. In 12mo. (De Latijnsche en Nederduitsche vertaling tegen elkander over gedrukt.) 217 bl. f 1-20.In eene korte Voorrede, geteekend h. Amsterdam, 1 Nov. 1834, meldt de Vertaler de redenen, welke hem tot | |
[pagina 112]
| |
deze vertaling bewogen hebben. Door eene goede ontvangst van dit boekje zal hij zich aangemoedigd gevoelen, ook de overige schriften van hippocrates en andere oude Schrijvers bekend te maken. Het blijkt echter noch uit den titel noch uit de Voorrede duidelijk, of de Schrijver de Latijnsche en Nederduitsche vertaling naar den Griekschen tekst bewerkt heeft. Volgens den titel zoude men dit vermoeden. In de Voorrede zegt hij: ‘In deze uitgave is de Latijnsche vertaling gebruikt, welke lorry, in den door hem bezorgden Parijschen druk van 1759, gebezigd heeft, en welke algemeen onder de besten gekeurd wordt.’Ga naar voetnoot(*) Het blijkt ook niet, of de Nederduitsche vertaling dadelijk naar het oorspronkelijke, of naar de Latijnsche vertaling bezorgd is. De Nederduitsche vertalingen der korte Stellingen van hippocrates, zoo vele er bestaan, zijn verouderd, en heeft Rec. geene latere kunnen opsporen, dan die van 1658, te Amsterdam, door m. taijinghofGa naar voetnoot(†). Deze werd voorafgegaan door die van e. rasGa naar voetnoot(‡), welke te Leeuwarden in 1664 in het licht | |
[pagina 113]
| |
verscheen; terwijl bij die van s. blankaartGa naar voetnoot(*), met aanteekeningen van n. tulp te Amsterdam uitgegeven, geen jaartal vermeld wordt. Deze allen zijn echter Rec. slechts door de titels bekend. Terwijl de korte Stellingen van hippocrates met andere zijner werken sedert in sommige levende talen zijn overgebragt, als in de Hoogduitsche door den genoeg bekenden kurt sprengelGa naar voetnoot(†), alsmede in de Fransche taal onder anderen door de mercyGa naar voetnoot(‡), schijnt er in meer dan anderhalve eeuw aan geene vertaling bij ons, althans in de Nederduitsche taal, gedacht te zijn. Dit zoude ten bewijze kunnen strekken, dat tot dusverre de klassieke Letteren in ons land steeds met zulk goed gevolg beoefend zijn en gebloeid hebben, dat eene Nederduitsche vertaling minder behoefte schijnt geweest te zijn. Indien derhalve het overbrengen dezer Stellingen, alsmede van andere werken van hippocrates, aan de beoefening der oude talen afbreuk mogt doen, hadden wij deze vertaling liever niet gezien, en zoude de verdere voortzetting van geheel dezen arbeid om deze reden alleen niet wenschelijk zijn. Aan den eenen kant mag men door zulk eene onderneming, waardoor het studeren al wederom gemakkelijker wordt gemaakt, eenige vrees koesteren voor het verflaauwen van den ijver, die onzen landaard anders zoo gunstig onderscheidde. De Hoogleeraar c. pruys van der hoeven laat dit eenigzins vermoeden in de Voorrede zijner Chrestomathia Hippocratica. Ook hoort men nu en dan klagten van onze Hoogescholen uitgaan, dat onder de Studenten in de Geneeskunde de Letteren niet meer beoefend worden als weleer. Van den anderen kant zoude men vermoeden, dat hieromtrent niet zoo vele vrees bestaat, wanneer men | |
[pagina 114]
| |
sommige voortbrengsels der Leydsche Hoogeschool, en laatstelijk de voortreffelijke Verhandeling van c.j. van coothGa naar voetnoot(*), aan de Utrechtsche Hoogeschool tot Doctor bevorderd, inziet. Het is wel allen Studenten in de Geneeskunde niet vergund, naar zulke verhevene lauweren te streven; allen behoeven voor derzelver volgende loopbaan zulke uitgebreide letterkundige wetenschap niet; er blijft een middelweg: dat velen dien mogten bewandelen, en zoo bewaarheid worden: Etenim omnes artes, quae ad humanitatem pertinent, habent quoddam commune vinculum, et cognatione quadam inter se continenturGa naar voetnoot(†)! Moge dit verband het bolwerk zijn tegen eenzijdigheid en oppervlakkigheid, die kankers van deugdelijke wetenschap! De 64ste stelling der 5de afdeeling met de door pr. van der hoeven gegevene Latijnsche vertaling vergelijkende, zouden wij de Nederduitsche vertaling meer met deze, dan met den daar naast staanden Latijnschen tekst, overeenkomende vinden. - De 39ste st. der 2de afd., vertaald: maar hunne ziekten zijn langdurig en meest doodelijk, ware naar den Gr. en Lat. tekst beter vertaald: maar wanneer hunne ziekten langdurig worden, zijn zij meestal doodelijk, of eindigen zij met den dood. - Het ware welligt ook beter geweest, naar de aanteekening van pr. van der hoevenGa naar voetnoot(‡), in de 6de st. der 6de afd. pijnen in de nieren en in de blaas door gebreken te vertalen. Met den Vertaler zouden wij in de eerste stelling experimentum periculosum liever door de ondervinding is bedriegelijk vertalen, hebbende ook van der hoeven experientia fallax. Daar deze vertaling eene vrije genoemd wordt, ware in de laatste st, der 8ste afd. de warmte | |
[pagina 115]
| |
van den geest beter door de levenswarmte vertaald, niettegenstaande in de Latijnsche vertaling animae calor staat: er wordt wel in het Grieksch τὸ τῆς ψυχῆς θερμὸν gelezen; maar anima wordt in het Latijn voor de lucht, den adem en het leven gebezigd. - Maar genoeg! Het boekje beveelt zich door eene zindelijke en bevallige uitvoering. Het doe nut, maar werke niet nadeelig! |
|