Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 315]
| |
schen Gezant in den Haag, Huisonderwijzer geweest is, het volgende te lezen (getrouw vertaald): ‘De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft haar ontstaan te danken aan den verdienstelijken Lt. Generaal van der (den) bosch, die op Java, door de voortreffelijke huishoudelijkheid van een' uit China gevlugten Mandarijn, tot een schatrijk man is geworden, en van zijne millioenen iets besteedde, om woeste streken van zijn Vaderland naar Chinesche grondstellingen vruchtbaar te maken, en wel ten voordeele der behoeftigen; waaruit de hier zoo weldadige Armenkoloniën ontstaan zijn.’ ‘Het land is een paradijs voor kraanvogels en kikvorschen. Door het taaije en gladde geduld van een volkje, dat kieuwen in plaats van longen schijnt gehad te hebben, is het bewoonbaar en zelfs sterk bewoond geworden.’ ‘Dat in Amsterdam, in den Haag eene verachtelijke veilheid en laagheid van zedelijkheid heerscht, is voor eene wereldstad niet te verwonderen; maar velen willen beweren, dat het zedebederf diep in de levensaderen geworteld is; dat in de hoogere klassen, onder den schijn van eerbaarheid, een zedelijk bederf van grondstellingen is ingeslopen, hetwelk de vernietiging van ware zedelijkheid in Frankrijk zeer nabij komt.’ Vondel, dien de Schrijver vandel noemt, wordt (o wonder!) geprezen; maar hij was ook een geboren Duitscher, en slechts door verhuizing zijner ouders een Hollander. (Even alsof deze geene echte Nederlanders waren, slechts kortstondig om geloofsvervolging naar Keulen gevlugt.) Ziehier de vertaling van twee coupletten uit zijnen RhijnstroomGa naar voetnoot(*): | |
[pagina 316]
| |
‘Een tijd, die zulke bloemengekken in haren schoot gedragen heeft, [als de zeventiende Eeuw, toen de Tulpenhandel in bloei was] is onbekwaam geweest, groote publieke karakters voort te brengen,Ga naar voetnoot(*) en elke zoodanige liefhebberij doet vroeger of later afbreuk aan de ware liefde.’ Maar reeds genoeg, meer dan te veel! Hoe geduldig is het papier! Hoe geduldig de Hollander, die aan zulke vreemdelingen zijne kinderen toebetrouwt, en voor de dolste hersenvruchten en de schadelijkste nieuwigheden in Godgeleerdheid, Wijsbegeerte en andere wetenschappen, uit een land, waar zoo iets gedrukt en geprezen wordt, eerbiedig den hoed afneemt, en ze door zijne tockomstige Leeraren, in alle vakken, als waren het Godspraken, doet bestuderen en huldigen! Het hooggheboren hollantsch bloet,
En voelde in 't water zijnen gloet!
Het eerste couplet is nog al redelijk vertaald; maar in het tweede is een Graaf in een graf verkeerd, hetwelk volstrekt geenen zin geeft, en het Hollandsche bloed wordt veranderd in Duitsche krijgslieden!
In het Mengelwerk van dit No., bl. 278, reg. 5, staat wordt, lees worden. |
|