van eenen Duitscher) planloozer, dan iffland; hij schreef tooneel op tooneel, zonder zelfs te weten, wat in het daarop onmiddellijk volgende zou voorkomen. Ook schiller'S Don Carlos is op dergelijke wijze ontstaan, en eindigt daardoor geheel anders, dan het van 't begin af aan schijnt te zullen afloopen.
Op de Missisippi ziet men thans de zeldzame vértooning van drijvende Theaters. Deze schouwburgzalen staan op groote kanen, die van plantaadje tot plantaadje, van stad tot stad, van dorp tot dorp den stroom langs varen, en dáár vertoeven, waar men eene goede ontvangst verwacht. Wanneer de toeloop vermindert, ligt men het anker, en beproeft zijne fortuin elders. Miss caroline chapman is eerste Actrice, en verrukt de Tritons en Najaden van den grooten stroom. Als zij speelt, is de Bureaulist altijd tevreden. Eerst viel aan het tooneelgezelschap, waartoe zij behoort, in zeker opzigt, het Monopolie ten deel van den drijvenden schouwburg; tegenwoordig heeft zij reeds mededingers.
De bekende Duitsche Tooneelspeler beckmann werd, in een gezelschap van kunstgenooten, door een' derzelven, met name pohl, gedrongen, om iets geestigs of grappigs te vertellen, hetwelk deze afwees. Eindelijk, toen hem diens voortdurende aandrang begon te vervelen, sprak hij volgenderwijze: ‘Ik droomde gisteren nacht, dat ik gestorven was, en voor de poort des hemels stond. Toen ik aanklopte, verscheen petrus, en vroeg mij, wat ik wilde. “Ik wil in den hemel!” antwoordde ik kortaf. “Wie zijt gij?” - “Ik ben de Tooneelspeler beckmann van Berlijn.” Petrus trok, medelijdend, de schouders op, en zeide: “Het doet mij leed, dat ik u niet van dienst kan zijn; Tooneelspelers komen niet in den hemel.” Met deze woorden sloot hij de poort en liet mij staan. Ik was eerst een weinig bedremmeld, maar schikte mij weldra in mijn lot, begaf mij weêr naar de aarde, en kroop in mijn graf. Na verloop van eenige dagen werd mij door een' anderen doode berigt, dat mijn Collega pohl desgelijks het tijdelijke met het eeuwige had verwisseld, en werkelijk den hemel was binnengekomen. Daardoor onthutst, vlieg ik andermaal naar de hemelpoort, klop petrus buiten, en vraag hem, diep gekrenkt door die achterstelling, waarom hij voor mij de poort gesloten,