Moederangst.
Eene ware Anekdote.
Aan boord van een schip, dat onlangs van Cumberland naar Amerika stevende, bevond zich eene Dame met een kind van weinig weken, dat zij op het teederst verzorgde. Meermalen zat zij, bij mooi weder, met hetzelve op het verdek, zich verlustigende in het schoone en grootsche, wat eene zeereis oplevert. Op zekeren morgen riep een matroos in den mast, dat hij een zeil zag, hetwelk de Kapitein, van zijnen kijker zich bedienende, weldra bevestigde, die vervolgens der Dame aanbood, hare nieuwsgierigheid, door middel van denzelven, desgelijks te bevredigen. Deze wikkelde diensvolgens haren zuigeling zorgvuldig in hare shawl, legde het voor een oogenblik, met de uiterste voorzorg, neder, en stond op, om zich nevens den Kapitein te plaatsen. ‘Halt! halt! vervl..... aap!’ riepen op ééns eenige matrozen. IJlings keerde zich de Dame om, en - wie maalt haren schrik! - zag haar kind in de armen van eenen, op het schip vrij omzwervenden, baviaan, die het jongsken, even zoo als de moeder gewoonlijk deed, had omvat, en nu met hetzelve in het want lustig opklauterde. Met een' raauwen kreet viel de vrouw in zwijm, terwijl de matrozen, als om strijd, den aap achterna klommen; maar, hoe nader zij hem kwamen, des te hooger sprong hij opwaarts; zoodat de Kapitein met regt vreesde, dat het dier, zoodra het hun niet meer konde ontwijken, veelligt het kind zou dooddrukken, laten vallen of naar beneden werpen. Hij beval daarom den matrozen, af te laten, ja zich zelfs allen van het dek te verwijderen. Intusschen had hij de Dame in de kajuit doen dragen, en begaf zelf zich mede derwaarts, om, door eene reet, den aap gade te slaan en zijne kans af te zien. Die voorzigtige maatregel had het gewenschte gevolg. Want naauwelijks zag zich de baviaan alleen, of hij daalde omzigtig neder, terwijl hij het schreijende wicht scheen te willen sussen, tot dat hij, beneden gekomen, zijnen buit weêr zachtjes nederleide op dezelfde plek,
van waar hij dien had opgenomen. Wie beschrijft de verrukking der moeder, toen zij, tot zichzelve gekomen, haren lieveling onverzeerd wederzag?....