Laatste Repliek aan de Heeren vrugt en ruys.
Wie erg denkt, heeft doorgaans erg in 't hart. Kwade trouw en woordverdraaijing zijn Rec. even vreemd, als ongetwijfeld het Publiek de gedachte, dat zijne welmeenende lofspraak door de Heeren hem zou zijn afgebedeld. Wie overigens in staat is, dien lof op dusdanige wijze te vergelden, als door hen nu bij herhaling is geschied, en den zin van Recs woorden: ‘wij danken (de Heeren vrugt en ruys), in naam der Nederlandsche Muzen, voor het geschonkene,’ ter kwader trouwe zóó te verdraaijen, dat Rec. zich daardoor als zaakgelastigde der Nederlandsche Muzen heeft geproclameerd, en wat daar meer volgt, - over zulk een Sujet, of zulke Sujetten, haalt Rec., op zijne beurt, de schouders op; en, zoo zij hem immer weêr een' traan uit het oog persen, 't zal niet meer die der verteedering, maar die des medelijdens zijn met hunne verregaande verwaandheid en verloochening der humaniteit.
No. XII. Meng bl 598, reg. 8 v.o. leze men maitressen.
No. XIV. Boekbesch. bl. 587. reg. 6. voor Culemborg, Monnikendam.
- - Meng. bl. 654. reg. 19. Evangeliedienaar.
No. XV. Boekbesch. bl. 644. reg. 19. Lieoukieou.
- - - bl. 649. reg. 18. Hâmsrrhoïdalübel.