Ultra te zijn, alleen uit vrees voor stok en plak zich verheugde, dat de school afgebrand was. ‘Echte wijsheid, in tegenstelling met Fransch ongeloof en Duitsche dweeperij. Eene voortreffelijke onderscheiding van het subjectieve en..... ook van het objectieve, welke in het dagelijksche leven onophoudelijk en bijna onmerkbaar ineensmelten.’ Dit alles, Lezer, in 138 bladzijden in klein 8vo! Dit alles nog wel in eene novelle, in goed Nederduitsch een sprookje! Wij vreesden, dat dit boekje zou doen, even als de eikenboomen in de eeuw van saturnus: Mella sudabant. En de wakkere salomo wist reeds, wat er op loopt, als men te veel honig in eens gebruikt. Maar dit desinit in atrum piscem, ons zoo regt van pas voorgekomen, deed ons dan gelukkig met eene minder hoog gespannen verwachting het verhaal lezen, en - qui s'éclipse au premier rang, brille au second. Wanneer men hetzelve niet uit een zoo verheven standpunt beschouwt als de Vertaler, dan zal men hier eene onderhoudende vertelling vinden, welke ons lezemd publiek nuttig en aangenaam kan bezig houden. Wensch elijk ware het, dat men het volgende, dat hier onder anderen voorkomt, ter harte name:
‘Hoe velen zijn mij bejegend, die mij, nagenoeg bij het groeten, te gemoet riepen, dat zij buitengewone Christenen waren. Door sommigen wordt zelfs bij de onverschilligste onderwerpen om het andere woord de Heiland genoemd; bij elke aanleiding, al is zij nog zoo gering, bidden zij, en vertellen ons zulks. In gezelschap neemt men elke gelegenheid te baat, om van berouw, boete, stichting en verlossing te spreken, en ontwijdt, volgens mijn gevoel, het heilige, vergeet, dat het eene overeenkomst met de liefde heeft, welker gevoelens en bekentenissen de ware minnaar ook niet aan elk vreemd oor zal prijs geven.’
‘Wat schaadt het echter,’ zeide de Baron, ‘wanneer vrome gemoederen welligt te dikwerf van het voorwerp hunner liefde spreken?’
‘Het kan geene liefde zijn,’ hernam brandensteiin; ‘het is ijdelheid, hoogmoed, die beter wil zijn, dan andere menschen. Even als tijdens de overdrevene gevoe ligheid of verlichting, is het eene ziekelijke behoefte, die overal voedsel zoekt, zichzelve vleit, en zich tot eene meer en meer onherstelbare ziekte zet, op medemenschen, die veelal beter en vromer zijn, onverdraagzaam en verachtelijk