De Loods, een Verhaal, door J.F. Cooper. II Deelen. Naar het Engelsch. Te Amsterdam, bij J.F. Schleijer. 1835. In gr. 8vo. 631 Bl. f 5-60.
Indien eenheid van tijd en plaats, levendig voortspoedende handeling, klimmende belangstelling, schildering en ontwikkeling van meest edele karakters, tragische positiën en eene gelukkige ontknooping de hoofdeigenschappen van een goed Treur- of Tooneelspel zijn, dan zullen zij het ook wel wezen van eenen goeden Roman; en wij kunnen verzekeren, dat de lezers al die eigenschappen in dit verhaal van cooper zullen aantreffen, hetgeen een kruistogt van weinige dagen in de Noordzee in Wintermaand beschrijft, door een Amerikaansch fregat en een schooner, in den oorlog voor de onafhankelijkheid, omstreeks het jaar 1779. Maar in dien korten kruistogt ontvangen wij eene ontwikkeling van het karakter van verschillende personen, bijzonder van eenen vreemden Loods, die wel niemand anders zijn kan dan de beruchte paul jones, en tevens de keurige beschrijving van zeegevaren, landingen, gevangennemingen, ontzet, zeeslag, stormen, schipbreuk, ja alles, wat men, redelijkerwijze, op het zoute water, klippige strand, en aan boord van het beste fregat, dat ooit Amerika's starren (deszelfs vlag) in de lucht verhief, kan verlangen, gestoffeerd met eigenaardige kleuren, krachtige ruwe zee- en beschaafde Engelsche landtaal. Zoodat wij dit werk ruimschoots aanbevelen aan allen, wie het om levendige aandoeningen en edele gevoelens te doen is, vermengd met zoo weinig laagheid, als slechts bestaanbaar is, om al het voortreffelijke der hoofdpersonen te meer aan het licht te brengen.