De AEtiologie der Aziatische Cholera wordt voorafgegaan door eene philosophisch-physiologische inleiding, betoogende het standpunt van ons microcosmus tot het macrocosmus. Nieuwenhuys beroept zich hier op zijne, reeds in het jaar 1810 uitgegevene, Vooroordeelen en Misbruiken in de Geneeskunde, die in vele opzigten gunstig zijn opgenomen door het toenmalig geneeskundig publiek; daaruit leidt hij eene definitie van endemie, epidemie, contagium en miasma af, verklaart het ontstaan van epidemische en contagieuze ziekten niet alleen theoretisch, maar ook practisch, onderzoekt 1o. of de Aziatische Cholera miasmatisch, 2o. contagieus, 3o. of wel epidemisch is, en tracht zoo wel uit haar primitief ontstaan, als uit hare geboorte te Amsterdam, aan te toonen, dat zij oorspronkelijk epidemisch zijn moet, en tevens in hoe verre deze ziekte contagieus worden kan - en in dit opzigt voegt zich Rec. aan de zijde des Schrijvers.
Om nu tot de wezenlijke naaste oorzaak, tot de nog toe onbekende x, der Aziatische Cholera te komen, zoekt de Schrijver (bl. 130-139) naar eene werking van het een of ander bestanddeel van den dampkring, hetwelk dezelfde verschijnselen op het dierlijk organismus te weeg brengt, als wij in de Aziatische Cholera hebben leeren kennen; en om daartoe te geraken, vorscht hij de eerste gevolgen van zoodanig eene oorzaak na, en onderscheidt deze van eene reeks van gevolgen, welke onmiddellijk wederom door deze eerste inwerking geboren worden: en zoo bewijst hij op eene bondige wijze, dat de eerste gevolgen van de inwerking x niets zijn dan eene verlamming of werkeloosheid der fijne huidzenuwen en haarvaten, welke met de electro-galvanische inwerking op het dierlijk zamenstel, volgens de Physiologie van Dr. wedemeijer, (pag. 241 en volg.) zoodanig overeenstemt, dat zij weinig of geen twijfel meer overlaat aan de identiteit van deze twee factoren. Vooral deze afdeeling moet in haar geheel gelezen worden, en heeft Rec. zoo zeer bevallen, dat hij zich overtuigd houdt, dat geen Geneeskundige, ook dàn wanneer hij niet geheel met den Schrijver overeenstemt, deze Wenken onvoldaan zal ter zijde leggen.
Rec. zoude te wijdloopig worden, bijaldien hij nog de parallel, door Dr. nieuwenhuys tusschen de Aziatische en sporadische Cholera en de tusschenpoozende koortsen getrokken, hetwelk niet minder verdient gelezen te worden, wilde uiteenzetten; ook dit bevat veel waars.