Atar Gull. Nieuwe en belangrijke Tafereelen uit den Slavenhandel, naar het leven geschetst. Door Eugène Sue. Uit het Fransch. Te 's Gravenhage, bij A. Kloots. 1835. In gr. 8vo. XVI en 223 bl. f 2-40.
Hoe iemand lust kan gevoelen, om zulke menschonteerende gruwelen, als hier, te beschrijven, ten deele ook te verzinnen, en te vertalen, verklaart Rec. opregtelijk, niet te begrijpen. De Schrijver vreest, in eenen voor het werkje geplaatsten brief aan j.f. cooper, voor een afschuwelijk mensch door te gaan, die met vermaak afgrijzen verwekt; en inderdaad, die vrees is niet ongegrond. Even gelijk er menschen zijn, welken de gewoonte gedurig naar meerder en meerder prikkelende spijzen doet verlangen; even gelijk de dronkaard, wien eerst brandewijn sterk genoeg was, later rum behoeft; zoo zijn er ook Romanlezers, wien de gewoonte dier lectuur bij voorkeur doet grijpen naar de zoodanige, welke de hevigste hartstogten schilderen. Wanneer loosjes de Levens van Maurits Lijnslager of Hillegonda Buisman beschrijft en vaderlandsche zeden schildert, geeuwen zij; wanneer walter scott Waverley volgt in de Schotsche Hooglanden, of zijnen lezer in de woning van den vrolijken Udaller, Magnus Troil, binnenleidt (in den Zeeroover), dan vervelen zij zich; ja zelfs in den Jood kan spindler hen alleen dáár bekoren, waar hij de ijselijkheden van moord en brand in de woning van Judith's ouders of Zodick's afschuwelijken aanslag op Frankfort schildert. Zij beminnen de ijselijkheid niet om haarzelve, maar omdat zij eenen sterken, hevigen indruk willen; dien alleen zoeken zij, daarvoor lezen zij eenen Roman, en bevredigt deze dien heeten dorst, dan is het boek hun naar den zin; terwijl integendeel over de grootste meesterstukken in dit vak een veroordeelend vonnis wordt uitgesproken, omdat zij de hartstogten niet hevig genoeg in beweging brengen. Voor zulke Romanlezers is dit boek geschreven. In Frankrijk
vindt het ongetwijfeld vele, bij onze landgenooten, hopen wij, weinige goedkeuring. Het woeste en wilde van plan, inhoud, stijl, met één woord van het geheel, maakte op Rec. eenen indruk, gelijksoortig aan dien, welken hij als hind meermalen had van het lezen of aanhooren van spookvertellingen, die