te schilderen, is, dat hij zijne lezers rondleidt door eene naauwe straat, welke, volgens het getuigenis van zijnen vriend, die toch ook anders niet zeer naauwgezet is, in zulk eenen slechten reuk staat, dat geen fatsoenlijk mensch zich in dezelve wil wagen, wegens de zeer vele liederlijke huizen van de laagste soort, welke daar gevonden worden. Wij zijn niet voornemens, den smerigen Schrijver op den voet te volgen, maar wilden met het vermelde eene kleine proeve geven van 's mans smaak. En inderdaad, deze proeve leert den Schrijver juist kennen. De man, die, reeds bij den aanvang van zijne eerste wandeling door eene der schoonste steden van zijn vaderland, met achterstelling van al het andere bezienswaardige, met angstigen spoed en gretigheid zich moedwillig gaat vergasten aan de bezigtiging der bordeelen en derzelver heldinnen, is van een te gemeen karakter, om verder onze leidsman te zijn. Wilt gij, Lezer, den Geheimraad volgen naar de Linden, den Königstädtschen Schouwburg, Spandau en Charlottenburg; wilt gij hem hooren verhalen over de Politie, de Militairen, de Vrouwen, het Tooneel en deszelfs Sujetten, publieke plaatsen, het Karnaval, tot over Naaisters en Borduursters toe? - steeds zult gij u verbeelden eenen kruijer aan uwe zijde te hebben, die u in de vreemde stad met de chronique scandaleuse van derzelver bewoners onderhoudt. Maar vraag den kerel naar meer belangrijke zaken, dan blijkt het, dat hij wel in de nacht- en speelhuizen u mag vergezellen, maar dat, waar gij, als fatsoenlijk man, tot kunstverzamelingen en tot menschen van aanzien den toegang hebt, hij slechts op de stoep of in het portaal wordt toegelaten, om uw' rotting te bewaren. Is de Schrijver waarlijk Geheimraad aan
het Pruissische Hof, dan maakt hij onder zoo vele achtingwaardige mannen, die denzelsden titel bezitten, met dit geschrift eene droevige figuur. Over zoo vele kundige, edele menschen, als ook Berlijn in alle standen bezit, geen enkel woord! Over den Koning en de Koninklijke familie wel is waar eene uitweiding, maar hoe onbelangrijk en oppervlakkig! Ieder bruikbaar Conversations-Lexicon of Aardrijkskundig Woordenboek levert bouwstoffen op voor zulk een geschrift, over welk eene stad men verkiest. Men behoeft dezelve slechts te bevolken met eenige lichtmissen en gerijfelijke vrouwen, en dan heeft men eene kladschildering zoo als de onderhavige. Wij schamen er ons over, dat dit boek eenen Overzetter in onze taal gevonden