Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTijdschrift voor Geschiedenis, Oudheden en Statistiek van Utrecht. Isten Deels 1ste Stuk. Met Afbeeldingen. Te Utrecht, bij N. van der Monde. 1835. In gr. 8vo. 316 Bl. Bij Inteek. voor den Jaargang f 5-:Ga naar voetnoot(*)Is er eene stad in ons vaderland, welke, voor de beoefening der geschiedenis en der oudheden, belangrijke bouwstoffen aanbiedt, het is voorzeker de hoofdstad van het Sticht, het oude, Bisschoppelijke Utrecht. Maar niet alleen de stad op zichzelve, ook hare omstreken, en in het algemeen het gansche bloeijende gewest van dien naam, verdienen, behalve in meerdere opzigten, vooral in dat opzigt, bijzondere aandacht. Veelvuldig en gewigtig toch is de invloed geweest, welken eenmaal de Stichtsche Kerkvoogden, wier wereldlijke magt zich, gedurende verscheidene eeuwen, over een wijd grondgebied uitstrekte, op de aangelegenste betrekkingen van het maatschappelijke leven, op beschaving, letteren, volksgeest, openbare nijverheid en welvaart enz. uitoefenden. Het is waar, wij bezitten eenige werken, zoo als die van blondeel, burman en anderen, die, in hunne mate en naar hunnen tijd, veel ter ontginning van het ruime veld, hetwelk zich den beoefenaar en beminnaar der geschiedenis en oudheidkunde hier aanbiedt, hebben toegebragt. Doch, er blijft bij den voorraad, welken deze Schrijvers geleverd hebben, en behalve het gedeelte, dat door hen reeds ontgonnen is, een nog zoo ruim en belangrijk veld ter bearbeiding over. Langen tijd voedde men de hoop, dat onze geleerde landgenoot, de Heer Mr. j. scheltema, zijne beproefde hand hier te werk zoude slaan, en den schat onzer letterkunde met eene meer volledige Geschiedenis der Stad en | |
[pagina 576]
| |
Provincie Utrecht zoude verrijken; dan, meer dan ééne reden maakt het twijfelachtig, of deze verwachting wel de gewenschte bevrediging zal erlangen. Welkom moet intusschen elke poging zijn, welke strekt om tot meerdere kennis en bewerking van een zoo belangrijk gebied bij te dragen. Aanmoediging verdient, om deze reden, de onderneming van den Utrechtschen Boekhandelaar n. van der monde, die reeds aanvankelijk begonnen is met ons, van tijd tot tijd, eene beknopte verzameling van merkwaardigheden, de stad en provincie Utrecht betreffende, te leveren. Of evenwel het denkbeeld, om dit bij wijze van maandschrift, en met opneming van de geboorte- en sterflijsten der provinciale hoofdplaats te doen, wel gelukkig gekozen zij, zouden wij betwijfelen, omdat, wat het eerste betreft, het geheel daardoor aan te veel versnippering wordt blootgesteld, en, wat het laatste aangaat, die soort van statistieke bijzonderheden wel derzelver betrekkelijke waarde hebben, maar voor den beminnaar der letteren luttel belangrijks behelzen, en door den gewonen lezer doorgaans, als dor en vervelend, worden overgeslagen. De Uitgever zal wèl doen, die opgaven in een volgend deel weg te laten. Overigens vinden wij, dat hier aan inhoud rijkelijk meer gegeven wordt, dan de vorm schijnt te beloven. Daarvoor trouwens waarborgt ook wel de beroemde naam van den Man, die, blijkens de Voorrede, voor dit 1sten deels 1ste stuk geplaatst, ons voorkomt, zich als hoofdverzamelaar van dit werk te kenmerken, en van wiens hand de meeste en uitvoerigste bijdragen in hetzelve zijn. Wanneer de Heer scheltema blijft voortgaan, met andere geleerde en kundige mannen, waarvan er in de Akademiestad van het Sticht zoo velen woonachtig zijn, deze onderneming te ondersteunen, dan mogen wij hoop voeden, door middel van dit werk, meer en meer belangrijke mededeelingen over Utrecht te zullen erlangen, en een aangelegen vak in onze Geschiedenis, zoo niet volledig aangevuld, dan toch met gewigtige resultaten verrijkt te zien. Wij wenschen den waardigen Nestor onzer hedendaagsche Nederlandsche Geschiedschrijvers hiertoe lust en kracht, wiens erkende geleerdheid wel voldoende zal zijn, om dit werk, hetwelk zich ook door de daarin gevoegde steendrukplaten voordeelig onderscheidt, bij al wie vaderlandsche letteren en geschiedenis op prijs stelt, | |
[pagina 577]
| |
inzonderheid den bewoners der provincie Utrecht, ten gunstigste aan te bevelen. |
|