Lektuur voor Blijmoedigen, of Verhalen uit eenen Vriendenkring. Door den Schrijver van: Vier dagen op reis. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1834. In gr. 8vo. 292 Bl. f 2-75.
De inhoud van het boek laat ons nog in het onzekere, of wij door lektuur voor blijmoedigen moeten verstaan lektuur om bij blijmoedigen hunne blijgeestige luim te onderhouden, dan wel zoodanige lektuur, die tot middel moet verstrekken om de blijmoedigheid tegen te gaan. Wij hebben wel eens menschen gekend, gelijk aan den delirus senex van cicero, die tevreden waren als zij slechts hunne toehoorders vermaakten, al ware het ook dat derzelver lach hunne eigene dwaasheid bespotte. Indien de Schrijver van deze Lektuur met zoodanig eene vrucht van zijnen arbeid tevreden is, dan zal het boek hier en daar wel aan zijne verwachting beantwoorden. B.v. Jonker Jurgen speelt grof, en verliest dikwijls aanzienlijke sommen. Nu wenscht hij, dat de Booze hem halen moge, wanneer hij voortaan later dan twaalf ure des nachts te huis kwam. Op een' volgenden avond wil hij op een speelgezelschap ten half twaalf uitscheiden, maar laat zich verleiden tot... nog één spel. Hij wint met klaverboer, en vliegt naar huis. Nabij zijne woning begint de klok reeds een, twee enz. te slaan. De Duivel zit in persoon boven op het dak met klaverboer in zijne klaauwen, en dreigt hem met zijne horens. De klok slaat.... tien... elf; doch met den twaalfden slag stortte Jonker Jurgen zijn huis in, en was gered. - In een' en denzelfden volzin laat de Schrijver, die ook als Dichter optreedt, de maan zwemmen en dansen. Inderdaad een meesterstuk van gymnastische oefening! - De Schrijver betuigt, dit boek geschreven te hebben, om vele lezers te vinden; maar erkent zelf, dat het eene proef van geduld zou zijn, om zijn boek aan stukken te lezen. Wij hebben er niets meer bij te voegen.