Robert Fitzooth, bijgenaamd Robin Hood, of het Hoofd der Ballingen. Historische Roman uit de XIIIde Eeuw. Te Amsterdam, bij Gebr. van Arum. 1834. In gr. 8vo. 271 Bl. f 2-90.
Bekend zijn de overleveringen aangaande den hier genoemden doorluchtigen roover, die eigenlijk een Graaf van huntington schijnt geweest te zijn, en onder de regering van Koning hendrik II en ten tijde van zijne beide zonen, richard leeuwenhart en jan zonder land, schijnt geleefd te hebben. Meermalen heeft ook deze robin hood reeds eene rol vervuld in Romans, welke Engeland tot het tooneel van derzelver verhalen hadden. De thans aangekondigde Roman heeft ten onderwerp de belegering van het kasteel Telton, de verblijsplaats van den Graaf van albiney, een' getrouwen aanhanger van richard. Des Konings broeder jan trachtte zich gedurende richard's afwezigheid meester te maken van het Koningrijk, en zijne benden waren het, die den Graaf van albiney belegerden. Het gelukt den Graaf, eene langdurige belegering te wederstaan, tot dat eindelijk de toevallige kennismaking van des Graven zoon william met robin hood ten gevolge heeft, dat dit magtige opperhoofd eener geduchte rooversbende de belegerden ontzet en wreekt op hunne vijanden. De leefwijze, de manier van oorlogvoeren, de geschiedkundige karakters worden hier treffend voorgesteld. Het krijgshaftige en woeste van sommige tafereelen wordt aangenaam afgewisseld door tooneelen van teederder aard. De liefde van den jeugdigen william en der beminnelijke judith, de onverwachte herkenning van robin hood als bloedverwant van den Graaf, de eindelijke bekrooning der liefde, de redding en vergiffenis, - ziet daar den blijden afloop van geheel dit verhaal, hetwelk meer dan vele andere, die met dezen naam prijken, beantwoordt aan den naam, dien hetzelve draagt, van geschiedkundigen
Roman. Weshalve wij het boek, als eene aangename, onderhoudende lektuur, ons beschaafd publiek aanbevelen, en den Schrijver aanmoediging toewenschen door den bijval van zijne landgenooten.