Stukken, betrekkelijk het Ontwerp ter afsluiting van het Reitdiep, enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1835. In gr. 8vo. 119 Bl. f 1-:
De Redevoering van den Heer Mr. f.a. van hall moet minder uit een redekunstig, dan uit een karaktermatig en geschiedkundig oogpunt worden beschouwd. Oratorische gloed en verheffing laten zich zelden bespeuren; maar een deftige en levendige stijl, getrouwe voordragt der waarheid, schildering van den man zoo als hij was en hoe hij aldus was geworden, dit maakt deze Redevoering tot eene waardige hulde aan de schim des edelen vaderlanders. Achteraan gevoegde aanteekeningen maken dit gedenkschrift nog des te belangrijker, en men zal het boeksken niet uit de hand leggen, zonder smartelijk gevoel over den dood des braven.
Den opsteller eener Lijkrede op hogendorp geheel passende is ook het tweede, boven aangekondigde stukje. Men ziet, hoe van hall door den geest van hogendorp bezield wordt, en wij hopen, dat zijne woorden ingang zullen vinden, waar dit de goede zaak van de onafhankelijkheid des handels bevorderen kan.
Ook het derde is eene Verhandeling, welke haren Schrijver tot eer strekt. De Heer Mr. g.w. vreede schetst daarin de verdiensten onzer voorouders in het vak der Diplomatie, en dus van eene zijde, die tot heden slechts zelden, en nog zeldzamer opzettelijk beschouwd is. Het is waar, dat alles slechts even is aangeroerd, en in zulk een beknopt opstel kon dit niet anders; maar het gezigtpunt is overal met juistheid aangewezen, en de lezer krijgt aanleiding tot verder onderzoek. Ééne aanmerking zij ons vergund! De bekwame Schrijver verkiest (bl. 2) het kunstwoord Diplomatie boven het meer algemeene, doch zuiver Nederlandsche woord Staatkunde, dewijl dit laatste ruimer, doch daardoor ook onbepaalder van beteekenis is. Maar nu zou men billijkerwijze eene omschrijving hebben verwacht van hetgeen de Schrijver door Staatkunde, en wat hij door Diplomatie verstaat, of ten minste eene ontwikkeling van zijn begrip omtrent de Diplomatie, eene uiteenzetting van het denkbeeld, 't welk wij aan dit woord moeten hechten. Zulks is evenwel geenszins het geval, en er wordt slechts even aangemerkt, dat er zoo wel eene eerlijke als eene snoode Diplomatie bestaat. Dit