bij de zon zoude bevinden); zulks had plaats op den 12 Maart van datzelfde jaar. Aangaande de wederkomst dezer komeet in het jaar, dat wij beleven, zegt de Schrijver het volgende: ‘Deze komeet zal, volgens de tafel, welke wij van haren loop geven, in geheel Europa zigtbaar wezen, van het einde van Augustus of het begin van September af, dat is, omstreeks twee maanden vóór haren doorgang door het perihelium. Hare gesteldheid zal zeer gunstig zijn, om haar met den grootsten luister te doen verschijnen; zij zal den 3 October door het zenith van Parijs gaan; men zal haar met het bloote oog, en als eene ster van de eerste grootte, zien, maar met een eenigzins doffer licht dan datte der planeten, en omgeven van eene bleeke nevelachtigheid, welke haar licht verzwakt. Tegen het einde van November zal de komeet verdwijnen, door zich in de stralen van de zon te dompelen, en zal er niet vóór het einde van December weder uit te voorschijn komen. Men zal haar misschien nog eenige dagen kunnen onderscheiden; maar haar afstand tot de zon zal snel toenemen, en zij zal zich weldra zoodanig verwijderen, dat wij haar niet meer zullen kunnen zien.’
Het tweede Hoofdstuk handelt over het schijnbaar voorkomen der kometen, over haren aard en invloed op het planetenstelsel, en behelst gissingen omtrent den oorsprong der planeten en kometen. De ontmoeting eener komeet en eener planeet in hare loopbanen is niet onmogelijk; maar de kleinheid der massa's van de eerstgenoemde soort van hemelligchamen maakt het onwaarschijnlijk, dat deze ontmoeting op de inrigting van het zonnestelsel in 't algemeen eenigen merkbaren invloed zou hebben, hoezeer zij plaatselijke onheilen en verschrikkelijke omkeeringen op eene planeet zou kunnen voortbrengen. Omtrent het ontstaan der planeten en kometen draagt de Schrijver de onderstelling van laplace voor.
Het derde Hoofdstuk, eindelijk, handelt over de wijze, om de elementen van de loopbaan eener komeet uit de waarnemingen te bepalen, en eene toepassing daarvan op het bepalen van den aanstaanden terugkeer der Halleysche komeet in het perihelium en van de elementen harer loopbaan op dit tijdstip.
Eene ephemeride, opgemaakt door bouvard, met bij-