steekt bij de nietige praalzucht, verfijnde weelde en kwalijk gewijzigde beschaving van de verbasterde Grieken dier dagen. In het Voorberigt wordt gezegd: ‘Het nieuwe tooneel van dezen Roman, de Grieksche hoofdstad Constantinopel ten tijde van den eersten Kruistogt, zal, vertrouwen wij, uitlokkende zijn voor zulke lezers, die minder belang stelden in vele van de vroegere romans van onzen Schrijver, waarin de godsdienstige en burgerlijke verdeeldheden van Grootbrittannië het geschiedkundig beweegrad waren.’ Rec. meent reden te hebben, om aan andere stukken van denzelfden Schrijver de voorkeur te geven. Naar zijn oordeel slaagde walter scott minder gelukkig in het beschrijven van de zeden en gewoonten ten tijde der Kruistogten. Er komen wel schoone gedeelten in voor; maar soms is het verhaal te veel gerekt. Ook worden aan de handelende personen wel eens woorden in den mond gelegd, welke meer met den geest van latere eeuwen schijnen overeen te komen. Maar leest men gaarne wonderbare avonturen en zonderlinge
lotgevallen, die op de verbeelding werken en zekere belangstelling levendig houden, zoo twijfelt Rec. geenszins, of het boek zal voldoen. Een gedeelte van dezen geschiedkundigen Roman berust op bekende daadzaken. Of echter al de karakters naar waarheid geteekend zijn, en niet misschien een meer gepaste titel gekozen had kunnen worden, is eene andere vraag.
De vertaling laat zeer veel te wenschen over, zoo wat keuze van woorden als periodenbouw aangaat. (De spelling had ook naauwkeuriger kunnen zijn.) Men vindt b.v.: de zeewind neigde iederen voorbijganger, hals over hoofdsche, dame tot vrouw nemen, baggage, gebootste (nagebootste), aanzienlijk ontsteld, puinhoopen van zijn bed, oneindige snelheid, invretende strijdlust, enz.
Voor elk Deel ziet men hetzelfde fraaije titelplaatje.