lijke schriften daarbijgevoegd, of hetgeen mij overtollig scheen te zijn, weggelaten.’ - Ter Inleiding gaan vooraf algemeene aanmerkingen betrekkelijk de tijden der Aartsvaders, en een kort overzigt van hunne geschiedenis: de Vertaler, van wien deze Inleiding schijnt te zijn, achtte dit noodig tot duidelijke voorstelling van het hier geleverde tafereel. Rec. komt dit niet onbepaald alzoo voor: de voornaamste aanmerkingen hadden, even als andere, in het verhaal zelf kunnen ingevlochten worden; en tot regt verstand van de hoofdgeschiedenis, die hier behandeld wordt, is het niet noodig, de lotgevallen van abraham, isaäk en jakob door te loopen, en voor deze Inleiding een vierde van het boekje te besteden. ‘Om hetzelve (tafereel) nog aanschouwelijker voor oogen te stellen,’ zegt de Vertaler, ‘heb ik den inhoud van elk bijzonder gedeelte boven aan geplaatst.’ Zou zulke breedvoerige inhoudsopgave niet wel eens al te aanschouwelijk kunnen zijn, door de verrassing der nieuwheid vooraf te veel weg te nemen?
Dit verhaal van jozef's geschiedenis mag, ja, in zekere mate onderhoudend en leerzaam genoemd worden: zoo zijn vooral de laatste tooneelen van jozef met zijne broeders over 't geheel goed en levendig verhaald. Maar de ongedwongen aantrekkende naïefheid van onzen van oosterwijk hulshoff heeft de Duitscher op verre na niet bereikt: de eerste moge, door den gekozen vorm van gemeenzame gesprekken, hier en daar wel eens in den keuveltoon vervallen zijn, dien wij, althans in een goed leesboek over Bijbelsche geschiedenis, niet onbepaald zouden verlangen; maar in natuurlijke, levendige en belangwekkende voorstelling voor het kinderlijk verstand en gevoel zal hij niet ligt overtroffen worden. - Wat op den titel, als hoofddoel van het boekje, staat: Josef, onder de leiding der Goddelijke Voorzienigheid, had Rec. in het gansche verhaal meer heerschend gewenscht: er wordt wel hier en daar aanmerking op genomen, maar het komt niet genoeg als hoofdpunt uit, waarheen alles gerigt is, en waardoor het ook voor het praktisch gebruik zeer vruchtbaar had kunnen zijn. Zoo zou ook aan het slot, in plaats van het dorre en zeer oppervlakkige overzigt der volgende lotgevallen van jakob's nakomelingen tot aan hunnen intogt in Kanaän, eene korte herziening van jozef's geschiedenis, uit zoo even gemeld oogpuut, veel beter gepast hebben.